Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] C.V.,
2.
[gedaagde sub 2], de commanditaire vennoot van gedaagde sub 1,
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 december 2024;
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie van 11 december 2024;
- de conclusie van antwoord in reconventie van 2 april 2025;
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 9 april 2025; van wat tijdens deze mondelinge behandeling is besproken heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
omdateen betalingsregeling tot stand is gekomen, aan de inhoud waarvan hij zich heeft gehouden. Volgens [gedaagde] is daarom sprake van een onrechtmatige opzegging van de huurkoopovereenkomst door [eiseres] .
Gelet op wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken, stelt de kantonrechter vast dat de girale betaling van € 695,75 op 13 september 2024 ziet op de factuur met het nummer NL51000144 dat als productie 6 bij dagvaarding is overgelegd. Deze girale betaling ziet niet op de factuur met het nummer NL51000144 dat als productie 5 bij dagvaarding is overgelegd. De conclusie is dan ook dat [gedaagde] niet een deel van de hoofdsom van € 4.559,91 heeft betaald. Hij wordt dan ook tot betaling van de hoofdsom veroordeeld.
- operationele schade ad € 1.980,-; en
- gederfde omzet en reputatieschade ad € 2.400,-.