ECLI:NL:RBMNE:2025:2457

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
21 mei 2025
Zaaknummer
UTR 23/4483
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wajong-uitkering aanvraag na eerdere afwijzingen; beoordeling arbeidsvermogen en nieuwe feiten

In deze zaak is in geschil of eiseres recht heeft op een Wajong-uitkering. Eiseres, geboren in 1998, heeft in 2021 een aanvraag ingediend die door het Uwv werd afgewezen omdat zij over arbeidsvermogen beschikte. Na een intrekking van haar bezwaar, diende zij in 2022 een nieuwe aanvraag in, die door het Uwv werd opgevat als een verzoek om terug te komen op de eerdere beslissing. Het Uwv weigerde dit, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een andere beoordeling rechtvaardigden. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoert dat haar mogelijkheden niet goed zijn ingeschat en dat zij intensieve begeleiding nodig heeft. De rechtbank heeft de zaak behandeld en eiseres in de gelegenheid gesteld om aanvullende medische gegevens in te dienen. Na beoordeling van deze gegevens concludeert de rechtbank dat er geen nieuwe feiten zijn die de eerdere beslissing van het Uwv ondermijnen. De rechtbank oordeelt dat het Uwv terecht heeft geweigerd om terug te komen op het eerdere besluit en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt het griffierecht niet terug.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Almere
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4483

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. M. Berkhuijsen),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, het Uwv
(gemachtigde: mr. E.F. de Roy van Zuydewijn).

Inleiding

1. In deze zaak is in geschil of eiseres recht heeft op een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
1.1.
Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1998 en is op [geboortedatum] 2016 18 jaar geworden. Op 22 maart 2021 heeft zij bij het Uwv een ‘aanvraag beoordeling arbeidsvermogen’ op grond van de Wajong ingediend (de eerste aanvraag). Met de beslissing van 4 juni 2021 heeft het Uwv deze aanvraag afgewezen omdat eiseres op het moment van de aanvraag over arbeidsvermogen beschikt. Het tegen dit besluit gemaakte bezwaar heeft eiseres later weer ingetrokken.
1.2.
Op 12 juli 2022 heeft eiseres opnieuw een Wajong-uitkering aangevraagd (de tweede aanvraag). Daarover gaat deze zaak. Het Uwv heeft deze aanvraag opgevat als een verzoek om terug te komen op zijn beslissing van 4 juni 2021. Met het besluit van 14 december 2022 (het primaire besluit) heeft het Uwv besloten om bij zijn beslissing van 4 juni 2021 te blijven, omdat er geen nieuwe of andere informatie in de tweede aanvraag staat. Ook is niet gebleken van een toename van beperkingen binnen vijf jaar (tot [geboortedatum] 2021) als gevolg van dezelfde ziekteoorzaak. Eiseres is het niet eens met dit besluit en heeft daartegen bezwaar gemaakt. Met het besluit van 2 augustus 2023 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
1.3.
Eiseres heeft beroep ingesteld. Het Uwv heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
Het beroep van eiseres is behandeld op de zitting van 1 mei 2024. Eiseres is in persoon verschenen, vergezeld door [A] , begeleider. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
1.5.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank het onderzoek aangehouden. Eiseres is in de gelegenheid gesteld om ontbrekende medische stukken (medische stukken over de Cerebrale Parese (CP), gegevens van het IQ-onderzoek uit 2019 en de gegevens over haar bewindvoerder en mentor) alsnog in te dienen.
1.6.
Op 1 mei 2024 (medische verklaring en IQ-test) en 2 mei 2024 (beschikking onder bewindstelling) is informatie van eiseres ontvangen. Het Uwv heeft daarop gereageerd met een medische rapportage van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 13 mei 2024. Op 8 augustus 2024 heeft eiseres gereageerd op de medische rapportage van de verzekeringsarts van 13 mei 2024. Daarbij heeft eiseres diverse aanvullende (medische) stukken overgelegd. Het Uwv heeft daarop gereageerd met een medische rapportage van de verzekeringsarts bezwaar en beroep van 23 september 2024.
1.7.
Het beroep is vervolgens, op verzoek van eiseres, opnieuw op zitting behandeld op 26 maart 2025. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, vergezeld door [A] en de gemachtigde van eiseres. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

De standpunten van partijen

2. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat haar mogelijkheden niet goed zijn ingeschat. Dat geldt voor zowel de beoordeling in 2021 als in 2022. Eiseres stelt dat zij niet twee uur per dag belastbaar is voor arbeid. Zij is het ook oneens met het standpunt dat zij op verschillende vlakken zelfstandig functioneert. Niet onderkend is dat eiseres intensieve begeleiding nodig heeft. Dat is onlangs vastgelegd in een WLZ-indicatie. De WLZ-indicatie van 5 september 2023 is verstrekt op basis van een IQ test uit 2019. Daaruit blijkt een verstandelijke beperking. De zwaarte van de beperkingen die daaruit voortvloeien waren onvoldoende bekend bij de verzekeringsarts. Het Uwv is ten onrechte niet teruggekomen van zijn eerdere besluit van 4 juni 2021. Daarnaast vindt eiseres dat er sprake is van een verslechterde situatie, waardoor zij het werken niet lang heeft volgehouden.
3. Het Uwv stelt zich op het standpunt dat er geen reden is om terug te komen op het eerdere besluit, omdat geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden. Ook is geen sprake van een verslechtering in de periode van vijf jaar nadat eiseres achttien jaar is geworden vanuit dezelfde ziekteoorzaak.

Het beoordelingskader

Wanneer kun je een Wajong-uitkering krijgen?
4. In de regels van de Wajong 2015 staat dat je een Wajong-uitkering kunt krijgen als je jonggehandicapte bent. [1] In de wet staat ook beschreven wanneer iemand jonggehandicapte is. Je bent volgens de wet jonggehandicapte als je:
‘…als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, duurzaam geen mogelijkheden hebt tot arbeidsparticipatie.’. [2] Dit betekent dat een arts of een andere medisch deskundige heeft vastgesteld dat iemand door een medische oorzaak niet kan werken en dat dat ook duurzaam, dus blijvend is.
4.1.
De eerste eis die de wet stelt is dat er
‘geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie’zijn. Daarvan is sprake als diegene:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon. [3]
De arbeidsdeskundige beoordeelt de eisen onder a en b en de verzekeringsarts beoordeelt de eisen onder c en d.
Hoe moet de rechtbank het bestreden besluit toetsen?
5. Op 12 juli 2022 heeft eiseres een aanvraag beoordeling arbeidsvermogen ingediend. De rechtbank stelt vast dat het om een herhaalde aanvraag voor een Wajong-uitkering gaat. Uit vaste rechtspraak [4] volgt dat een aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering na een eerdere (gedeeltelijke) afwijzing of intrekking van die uitkering naar zijn strekking moet worden beoordeeld. Met een aanvraag kan worden beoogd:
a. dat (met ingang van de datum waarop dat besluit zag) wordt teruggekomen van het eerdere besluit (artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb));
b. een beroep te doen op een regeling bij toegenomen arbeidsongeschiktheid (Wet Amber);
c. een herziening voor de toekomst (duuraanspraak).
5.1.
Uit hetgeen door eiseres is aangevoerd in beroep blijkt dat eiseres met haar aanvraag beoogd heeft dat het Uwv terugkomt van het besluit van 4 juni 2021, dan wel dat sprake is van een verslechterde situatie waardoor eiseres het werken niet lang heeft volgehouden. De rechtbank begrijpt deze grond aldus dat ook beoogd is een beroep te doen op de Amberbeoordeling.
Is sprake van een situatie als genoemd onder a. of b?
6. Naar aanleiding van de eerste aanvraag van eiseres heeft de verzekeringsarts eiseres gezien op het spreekuur op 7 mei 2021. Deze arts heeft op basis van de informatie van eiseres en haar ouders en op basis van eigen onderzoek geconcludeerd dat eiseres bekend is met astma en dcd (developmental coordination disorder). Er is sprake van zeer moeilijk behandelbare astma. De aandacht en concentratie zijn enigszins vluchtig. De intelligentie is volgens deze arts moeilijk in te schatten; ze wekt de indruk lager te zijn dan haar gevolgde niveau MBO 4 zou doen vermoeden. Bij lichamelijk onderzoek blijkt dat sprake is van een valgusstand van de knieën en enkels. Eiseres heeft orthopedische schoenen en een beugel aan de mediale zijde van de enkels. In februari 2021 heeft eiseres een kop-staart botsing meegemaakt. Sindsdien heeft zij veel hoofdpijnklachten en nek- en rugklachten. De conclusie is dat eiseres een stoornis heeft in het ademhalingsstelsel, de spierfuncties en de aandacht. Ook wordt geconcludeerd dat eiseres op haar achttiende verjaardag duurzaam benutbare mogelijkheden heeft. Eiseres wordt zowel fysiek als mentaal beperkt geacht, vanwege haar slechte mobiliteit, dyslexie en gevoeligheid voor prikkels in de directe omgeving. Verder wordt zij beperkt geacht voor stress, en overige mentale eisen zoals tijds- en tempodruk, werkdruk, deadlines, sterk wisselende werkwijze en werkomstandigheden. Zij wordt in staat geacht ten minste 1 uur aaneengesloten te kunnen werken, niet ten minste 4 uur per dag, maar wel voor 2 uur per dag. Zij is in staat tot begrijpen, onthouden en uitvoeren van opdrachten.
6.1.
De arbeidsdeskundige heeft bij de eerste beoordeling in aanmerking genomen dat eiseres in juni 2021 nog een opleiding tot onderwijsassistent volgt op MBO 4 niveau. In 2018 heeft eiseres een MBO diploma tot kok behaald. In de periode 1 oktober 2016 tot 1 september 2017 heeft eiseres een langdurig dienstverband gehad bij een café restaurant. Volgens de arbeidsdeskundige beschikt eiseres over basale werknemersvaardigheden. Zij wordt in staat geacht om eenvoudige routinematig administratief werk te doen in een kantoorsetting of licht fysiek productiewerk in een relatief rustige omgeving. De arbeidsdeskundige volgt eiseres niet in haar standpunt dat zij deze vaardigheden niet zou hebben. Zij heeft in het verleden laten zien dat zij op een normaal niveau heeft kunnen studeren, stage heeft gelopen en heeft gewerkt.
7. Bij de beoordeling van de tweede aanvraag rapporteert de verzekeringsarts op 9 december 2022 het volgende. Eiseres is inmiddels 24 jaar. Zij heeft regulier onderwijs gevolgd, en een MBO diploma op niveau 2 en 4 behaald. Zij heeft stage gelopen en naast de opleidingen ook verschillende keren werkzaamheden verricht. Eiseres is in mei 2021 gezien voor een Wajong-beoordeling. Daarbij is vastgesteld dat er voor haar 18e jaar beperkingen van de belastbaarheid aanwezig waren. Ondanks de forse beperkingen beschikte eiseres over arbeidsvermogen. Eiseres heeft na de beoordeling in mei 2021 nog een MBO-4 opleiding afgerond. Ook is zij vervolgens 12 uur in de week gaan werken als onderwijsassistent. Voor dit werk is eiseres uitgevallen. De primaire verzekeringsarts concludeert dat er op basis van de onderzoeksgegevens niet is gebleken van nieuwe medische feiten. Niet met betrekking tot de medische toestand op 18-jarige leeftijd als per mei 2021. Ook is niet gebleken dat de beperkingen binnen een periode van 5 jaar na haar 18e verjaardag, dus per [geboortedatum] 2021, zijn toegenomen als gevolg van dezelfde ziekteoorzaak.
7.1.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in haar rapportage in bezwaar van 10 juli 2023 de brief van de neuroloog van 16 mei 2023 betrokken. De verzekeringsarts bezwaar en beroep is het met de primaire verzekeringsarts eens dat de medische situatie van eiseres hetzelfde is als bij de eerste Wajong aanvraag in 2021. De brief van de neuroloog bevat geen nieuwe medische feiten. De coördinatieproblemen komen ook al ter sprake in het verslag van de eerste Wajong beoordeling. De oorzaak van de coördinatieproblemen is volgens de neuroloog niet vast te stellen. Dit kan komen door CP, een lichamelijke oorzaak of door functionele klachten. Eiseres is uitgevallen voor mentaal belastende werkzaamheden van 4 uur per dag. Dit is een overschrijding van het aantal uren waarvoor eiseres belastbaar was. Het is aannemelijk dat eiseres dit werk niet kan uitvoeren. Ander minder belastende taken/werkzaamheden acht de verzekeringsarts bezwaar en beroep wel mogelijk. De verzekeringsarts bezwaar en beroep is het eens met de bevindingen van de primaire verzekeringsarts. Eiseres wordt onveranderd in staat geacht om 2 uur per dag lichte taken te verrichten, met weinig staan en lopen. Er is geen toename van beperkingen door dezelfde ziekteoorzaak binnen 5 jaar na de 18e verjaardag.
7.2.
In de beroepsprocedure heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in haar rapportage van 8 november 2023 de door eiseres ingebrachte WLZ-indicatie van 5 september 2023 betrokken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep is er nu kennelijk sprake van een sterke verslechtering van de medische toestand. Eiseres heeft deze verslechtering niet onderbouwd. Ook is niet helemaal te volgen waarom eiseres nu 24 uur per dag toezicht nodig heeft. Voor de Wajong is dit punt niet van belang omdat de WLZ-indicatie ver buiten de 5-jaars periode valt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep gaat niet mee met de claim van eiseres dat zij altijd al 24 uur per dag toezicht nodig heeft gehad. Eiseres kan namelijk niet als onderwijsassistent hebben gewerkt als zij tegelijkertijd zodanig hulpbehoevend is geweest.
7.3.
Op de zitting van 1 mei 2024 heeft de rechtbank eiseres in de gelegenheid gesteld nadere medische gegevens te overleggen. Zij heeft hiertoe een IQ test van 18 februari 2019 en een medische verklaring van de revalidatiearts van 14 november 2023 overgelegd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft zijn bevindingen vastgelegd in het rapport van 13 mei 2024. Volgens deze arts blijkt uit de IQ test dat eiseres het best functioneert in eenvoudige taken die geen hoge eisen stellen aan cognitief functioneren. Instructies kunnen beter visueel worden aangeboden dan auditief. Eiseres is echter wel in staat gebleken om opleidingen te voltooien en te werken als onderwijsassistent. De medische verklaring is geschreven in november 2023, eiseres heeft op dat moment moeite met haar dagelijks functioneren. Uit eerdere stukken is al gebleken dat eiseres vanaf 2022 kennelijk achteruit is gegaan. Deze verslechtering valt buiten de verzekerde periode. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat de ingebrachte medische informatie geen aanleiding geeft om het standpunt te wijzigen.
7.4.
Vervolgens heeft (de nieuwe gemachtigde van) eiseres op 8 augustus 2024 diverse medische stukken aangeleverd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft deze stukken in haar rapportage van 23 september 2024 betrokken. De aangeleverde stukken zien op de astmatische klachten van eiseres en ook op haar intelligentie. Uit de stukken komt naar voren dat eiseres vanaf 2018 door haar astmatische klachten zeer moeizaam heeft gefunctioneerd. De longarts heeft geconcludeerd dat mede sprake was van dysfunctioneel ademen en overgebruik van longmedicatie. Eiseres heeft uitgebreide begeleiding gekregen en is drie maanden opgenomen geweest in Davos (april – juli 2018). Uit de IQ testen komen geen nieuwe feiten naar voren. De verzekeringsarts bezwaar en beroep concludeert dat deze informatie geen invloed heeft op haar beslissing. Beoordeeld wordt of eiseres in de 5-jaars periode gedurende (slechts) 2 uur per dag belastbaar is geweest. Dit was zij niet in de periode dat zij was opgenomen in Davos, maar daarna weer wel. De ingebrachte medische informatie geeft geen aanleiding om het standpunt te wijzigen.
7.5.
De rechtbank kan de motivering van de verzekeringsartsen volgen. De verzekeringsartsen hebben op een inzichtelijke en navolgbare wijze het bestreden besluit gemotiveerd. Eiseres heeft naar het oordeel van de rechtbank geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen. Daarbij betrekt de rechtbank ook de informatie van eiseres dat zij van 1 december 2021 tot 20 februari 2022 als onderwijsassistent heeft gewerkt en daarna vanwege een auto-ongeluk is uitgevallen. De rechtbank vindt dat het Uwv terecht heeft geweigerd om terug te komen van het eerdere besluit. In wat eiseres aanvoert, wordt geen aanleiding gezien voor het oordeel dat het bestreden besluit evident onredelijk is. Ook kan de rechtbank het standpunt van het Uwv volgen dat geen sprake is van een toename van beperkingen binnen de periode van vijf jaar na haar achttiende jaar ( [geboortedatum] 2021).

Conclusie en gevolgen

8. De rechtbank vindt dat het besluit van het Uwv om aan eiseres geen Wajong-uitkering te geven klopt. Het Uwv mocht er op basis van de rapporten van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van uitgaan dat eiseres op 4 juni 2021, dus bij de eerdere Wajong-aanvraag, arbeidsvermogen had. Het Uwv heeft daarom terecht beslist dat eiseres geen recht heeft op een Wajong-uitkering.
8.1.
Dit betekent dat het beroep ongegrond is. Eiseres krijgt daarom het griffierecht dat zij heeft betaald niet terug.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.R. van Es-de Vries, rechter, in aanwezigheid van mr. B.M.M. Tijink, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 25 april 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 1a:2, eerste lid, van de Wajong.
2.Dit staat in artikel 1a:1 van de Wajong.
3.Dit staat in artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
4.Zie de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 14 januari 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1.