4.1.[verzoeker] verzoekt (samengevat) de kantonrechter, [verweerster] bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot:
primair:
betaling aan [verzoeker] van een billijke vergoeding van € 130.015,36 bruto met de wettelijke rente vanaf de 15e dag na de datum van de beschikking;
betaling aan [verzoeker] van de gefixeerde schadevergoeding van € 9.538,61 bruto met de wettelijke rente vanaf 23 december 2024;
betaling aan [verzoeker] van de transitievergoeding van € 6.034,48 bruto met de wettelijke rente vanaf 23 januari 2025;
betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 2.228,25;
verstrekking aan [verzoeker] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin het bedrag en betaling van sub a, b en c is verwerkt, op straffe van een dwangsom;
subsidiair:
betaling aan [verzoeker] van de verschuldigde transitievergoeding van € 5.771,54 bruto;
betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 663,58;
verstrekking aan [verzoeker] van een schriftelijke en deugdelijke netto/bruto specificatie, waarin het bedrag en betaling van sub f is verwerkt, op straffe van een dwangsom;
betaling aan [verzoeker] van de wettelijke rente over het in sub m genoemde bedrag vanaf de datum van opeisbaarheid;
primair en subsidiair:
betaling van de kosten van deze procedure, de nakosten en de wettelijke rente over deze kosten vanaf de 15e dag na de datum van betekening van de beschikking.