ECLI:NL:RBMNE:2025:240
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit zorgkantoor over toeslag Extra Kosten Thuis niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en Zilveren Kruis Zorgkantoor. De eiser had een aanvraag ingediend voor een toeslag Extra Kosten Thuis (EKT) op basis van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor de periode van 8 juni 2023 tot en met 7 juni 2024. Het zorgkantoor had deze aanvraag goedgekeurd, maar met de voorwaarde dat per 1 juli 2024 het uurtarief voor informele zorgverleners zou worden bijgesteld naar het landelijke maximale tarief.
Eiser ging in beroep tegen een besluit van het zorgkantoor dat de voorwaarden van de goedkeuring bevestigde. Tijdens de zitting op 30 september 2024 werd het beroep aangehouden in afwachting van informatie over een soortgelijke procedure bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen procesbelang had bij zijn beroep, omdat de periode waarvoor de toeslag was toegekend inmiddels was verstreken en eiser geen nieuwe aanvraag had ingediend.
De rechtbank concludeerde dat er geen inhoudelijke beoordeling van het beroep plaatsvond, omdat het procesbelang ontbrak. De rechtbank merkte op dat er vergelijkbare zaken bij de CRvB lopen en dat eiser in de toekomst mogelijk opnieuw een aanvraag voor EKT kan indienen, waarbij hij dan rechtsmiddelen kan aanwenden tegen een nieuw besluit. De uitspraak werd gedaan door rechter P. Lenstra, in aanwezigheid van griffier L.S. Lodder, en het beroep werd niet-ontvankelijk verklaard.