ECLI:NL:RBMNE:2025:2291
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over weigering WIA-uitkering wegens onzorgvuldige medische beoordeling
In deze zaak heeft eiseres, die als beheerder/administratief medewerkster op een vakantiepark werkte, zich per 26 oktober 2018 ziek gemeld. Op 14 augustus 2020 heeft zij een WIA-uitkering aangevraagd. Het Uwv heeft haar aanvraag op 12 mei 2022 afgewezen, omdat zij op de einddatum van de wachttijd, 23 oktober 2020, meer dan 65% van haar loon kon verdienen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard op 16 november 2023. Hierop heeft zij beroep ingesteld. De rechtbank heeft de zaak op 11 april 2024 behandeld, maar het onderzoek geschorst om eiseres de gelegenheid te geven om aanvullende informatie te verstrekken. Na een heropening van het onderzoek heeft eiseres op 15 november 2024 aanvullende gronden ingediend, waarop het Uwv heeft gereageerd met een verweerschrift en rapporten van verzekeringsartsen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Uwv de medische beoordeling niet zorgvuldig heeft uitgevoerd, omdat de primaire arts niet geregistreerd was en de beoordeling niet op de juiste datum betrekking had. De rechtbank heeft het Uwv opgedragen om het gebrek in het besluit te herstellen binnen vier weken, met de mogelijkheid voor eiseres om te reageren. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.