In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 20 januari 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 6 maart 2023. De rechtbank had eerder, op 30 januari 2024, een beroep van eiseres gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen zes weken een besluit op bezwaar te nemen. Echter, op het moment van deze uitspraak had verweerder nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank constateert dat de termijn voor het nemen van een besluit op 12 maart 2024 is verstreken en dat verweerder in gebreke is gebleven. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om alsnog binnen een redelijke termijn, in dit geval twintig weken, een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het betaalde griffierecht van € 51,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.