In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 15 januari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 23 december 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank had eerder, op 30 oktober 2023, een termijn gesteld waarbinnen verweerder een besluit op bezwaar moest nemen. Deze termijn was verstreken op 11 december 2023, maar verweerder had tot op dat moment geen besluit genomen. De rechtbank oordeelde dat het beroep gegrond was, omdat verweerder niet binnen de gestelde termijn had beslist.
De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een termijn van twintig weken na verzending van de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De kosten zijn vastgesteld op € 453,50, en het door eiseres betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.