ECLI:NL:RBMNE:2025:1969
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake omgevingsvergunning en omgevingsoverleg
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 11 april 2025, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een brief van het college van 9 september 2024, waarin enkel praktische informatie werd verstrekt over de uitkomst van een omgevingsoverleg dat op 21 maart 2024 had plaatsgevonden. De rechtbank oordeelt dat de brief niet op rechtsgevolg was gericht en dus geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vormde. Hierdoor was er geen mogelijkheid voor eiser om bezwaar te maken tegen deze brief.
De rechtbank stelt vast dat het omgevingsoverleg bedoeld is om voorafgaand aan het indienen van een omgevingsvergunning bouwplannen te bespreken. De brief van 9 september 2024 bevatte enkel mededelingen over de uitkomst van dit overleg en was niet bedoeld om de rechtspositie van eiser te veranderen. Eiser had in zijn beroep aangevoerd dat zijn aanvraag niet inhoudelijk was beoordeeld en dat er sprake was van een schijnprocedure, maar de rechtbank oordeelt dat deze argumenten niet relevant zijn voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van het bezwaar.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, omdat het college terecht heeft geoordeeld dat de brief van 9 september 2024 geen besluit was en er dus geen bezwaar openstond. De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van een besluit in de Awb en de voorwaarden waaronder een bezwaar ontvankelijk kan zijn.