Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[onderbewindgestelde], wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1-17;
- de e-mail van mr. Van der Aart van 13 januari 2025 inhoudende dat het proces-verbaal van het politieverhoor van de zoon van [onderbewindgestelde] (nog) niet beschikbaar is;
- de akte van de Bewindvoerder met aanvullende producties S-U.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- niet gebleken is dat [onderbewindgestelde] zich sinds 2007 eerder niet als goed huurder heeft gedragen;
- de hennepplantage is volledig door de zoon van [onderbewindgestelde] opgericht en geëxploiteerd;
- niet is vast komen te staan dat [onderbewindgestelde] van het bestaan van de plantage op de hoogte was;
- het enige verwijt dat [onderbewindgestelde] kan worden gemaakt is dat zij gedurende drie maanden onvoldoende toezicht heeft gehouden;
- de fysieke en mentale gezondheid van [onderbewindgestelde] is aantoonbaar slecht en gaat achteruit;
- niet aannemelijk is dat er voor [onderbewindgestelde] binnen afzienbare tijd vervangende eigen woonruimte beschikbaar is.
.De proceskosten van de Bewindvoerder worden begroot op: