Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 april 2025 in de zaak tussen
[eiser 2] B.V.,
[eiser 3] B.V.,
[eiser 4] B.V., eisers
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 14 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser 1], [eiser 2] B.V., [eiser 3] B.V. en [eiser 4] B.V. enerzijds en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Soest anderzijds. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar van [eiser 1] tegen een tijdelijke omgevingsvergunning die op 20 september 2023 is verleend voor de bouw van twee bergruimtes. Het college heeft het bezwaar van [eiser 1] op 8 augustus 2024 niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij geen belanghebbende zou zijn. De rechtbank heeft het beroep van [eiser 1] ongegrond verklaard, omdat hij geen feitelijke gevolgen ondervindt van de omgevingsvergunning. De afstand tussen zijn woning en het perceel is 175 meter en er ligt een provinciale weg tussen. De rechtbank heeft ook het beroep van de BV's niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij geen bezwaar hebben gemaakt tegen de vergunning. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.