In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 6 februari 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingesteld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres, woonachtig in Curaçao, heeft bezwaar gemaakt tegen verschillende besluiten van de Dienst Toeslagen, waaronder een beschikking met betrekking tot tegemoetkoming opzet/grove schuld en een afwijzing van compensatie voor kinderopvangtoeslag. Eiseres stelt dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaren, die zij op 1 en 15 november 2022 heeft ingediend. De rechtbank had eerder, op 31 mei 2024, geoordeeld dat de Dienst Toeslagen binnen een bepaalde termijn moest beslissen op de bezwaren. Deze termijn is op 14 juli 2024 verstreken zonder dat er een beslissing is genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat de Dienst Toeslagen in gebreke is gebleven. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om binnen twintig weken na de uitspraak alsnog besluiten op de bezwaren te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de Dienst Toeslagen moeten worden betaald, en het teveel betaalde griffierecht zal aan eiseres worden terugbetaald. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan.