ECLI:NL:RBMNE:2025:177
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen woningsluiting op basis van de Opiumwet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt een verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoeker, die huurder is van een woning, verzet zich tegen het besluit van de burgemeester van Gooise Meren om zijn woning te sluiten op basis van de Opiumwet. De burgemeester heeft op 18 december 2024 besloten de woning voor drie maanden te sluiten, na een politieactie op 22 oktober 2024 waarbij verdovende middelen en materialen voor drugshandel zijn aangetroffen. Verzoeker betwist de bevoegdheid van de burgemeester en stelt dat er enkel gebruikssporen zijn aangetroffen, zonder bewijs van verkoop of productie van drugs. De voorzieningenrechter overweegt dat de burgemeester op basis van de aangetroffen omstandigheden en verklaringen van verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van strafbare voorbereidingshandelingen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten en de sluiting noodzakelijk en evenwichtig is. De voorzieningenrechter concludeert dat het belang van de burgemeester om de openbare orde te handhaven zwaarder weegt dan de belangen van verzoeker.