Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
op 10 januari 2023 in Blaricum heeft geprobeerd [slachtoffer 1] te doden;
op 10 januari 2023 in Blaricum heeft geprobeerd [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen;
op 10 januari 2023 in Blaricum [slachtoffer 1] heeft mishandeld;
op 10 januari 2023 in Blaricum heeft geprobeerd brand te stichten aan de kleding van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of aan een werkbus en/of mini graafmachine;
op 10 januari 2023 in Blaricum [slachtoffer 2] heeft mishandeld;
op 10 januari 2023 in Blaricum [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met een misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of brandstichting.
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
proces-verbaal van aangiftevan 10 januari 2023 [2] , met als verklaring van aangever [slachtoffer 1] , voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van aangiftevan 10 januari 2023 [6] , met als verklaring van aangever [slachtoffer 2] , voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
proces-verbaal van bevindingenvan 10 januari 2023 [9] , met als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
- ik ben naar mijn woning gelopen;
- ik heb daar een mes gepakt en brandbare vloeistof;
- ik heb de brandbare vloeistof over een van de mannen gespoten;
- ik heb gezegd: “Jullie keuze, de banden of de bus.”;
- ik bedoel hiermee of de banden lek of de bus in brand.
verklaring van verdachteafgelegd ter terechtzitting op 2 april 2025, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
daarnalucifers heeft aangestoken en weggeworpen.
5.BEWEZENVERKLARING
op 10 januari 2023 te [plaats] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een mes een zwaaiende beweging te maken in de richting van de keel/hals, althans het hoofd en bovenlichaam van die [slachtoffer 1] en waarbij de keel van die [slachtoffer 1] met voornoemd mes is geraakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
terwijl daarvan levensgevaar voor [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en gemeen gevaar voor goederen, te weten een werkbus, te duchten was, met dat opzet
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
poging tot zware mishandeling;
poging tot opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
bedreiging met zware mishandeling en met brandstichting.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
- een pro Justitia rapport van 18 april 2023 betreffende een psychiatrisch onderzoek, uitgebracht door dr. [A] , psychiater;
- een pro Justitia rapport van 17 september 2023 betreffende een psychiatrisch onderzoek, uitgebracht door dr. [B] , psychiater/psychoanalyticus;
- een pro Justitia rapport van 16 april 2024 betreffende een psychologisch onderzoek, uitgebracht door [C] , klinisch psycholoog.
8.OPLEGGING VAN STRAF
- de rapporten zoals hiervoor genoemd in rubriek 7;
- een reclasseringsadvies (rechtszitting) van 23 oktober 2023, uitgebracht door [instelling] te [plaats 2] ;
- een Pro justitia rapport van 2 mei 2024 betreffende een aanvullend neuropsychologisch en neurologisch onderzoek, uitgebracht door [D] , klinisch neuropsycholoog, en [E] , neuroloog.
- een ter zitting op 2 april 2025 gegeven toelichting van [F] , reclasseringswerker / toezichthouder van [instelling] ;
- een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie (‘
- De deskundige [A] schat het recidiverisico hoog in en heeft geadviseerd tot plaatsing van verdachte in het Pieter Baan Centrum gezien de onduidelijkheden in de diagnostiek.
- De deskundige [B] schat het risico op gewelddadig gedrag in als matig tot hoog. Volgens deze deskundige is het niet te verwachten dat de problematiek van verdachte zal veranderen; deze is verankerd in zijn persoon en is niet toegankelijk voor behandeling. Verdachte is een einzelgänger die met name last heeft van andere mensen. Zijn zelfreflectief vermogen en zijn zelfcorrectie schiet soms te kort, leidend tot strafbare feiten. Een interventie met als doel verdachte te veranderen wordt niet zinvol geacht en de deskundige adviseert daarom niet tot een interventie waarin behandeling een rol speelt, maar tot een interventie die als doel heeft de omgeving van verdachte te veranderen: “geen cure maar control”. Meerdere adviezen zijn te overwegen, waaronder oplegging van een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf met toezicht van de reclassering en een fors voorwaardelijk strafdeel. Om gedurende langere tijd verdachte te kunnen bijsturen kan een langere proeftijd worden opgelegd. Een andere optie is om naast een voorwaardelijke veroordeling een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) op te leggen; met deze maatregel kan verdachte in een forensisch kader worden gemonitord door de reclassering.
- De deskundige [C] schat de kans op gewelddadig handelen in als matig tot hoog. Bij verdachte is geen sprake van ziektebesef en -inzicht en er is een gebrek aan lijdensdruk voor de problematiek; verdachte lijdt vooral onder het gedrag van zijn omgeving. Enige vorm van therapie is zinloos; opdringen van het idee dat er iets met verdachte aan de hand zou kunnen zijn waarvoor hij behandeling nodig heeft, zal waarschijnlijk tot een toename van pathologisch gedrag leiden, en het recidiverisico zeker niet verminderen. Geadviseerd wordt het kader van een bijzondere voorwaarde, met een verplichte ambulante behandeling door een forensisch FACT-team, een (deels) voorwaardelijk strafdeel en een toezicht door de reclassering, eventueel met een GVM.
- De reclassering is eveneens van oordeel dat behandeling van verdachte, ondanks het als hoog ingeschatte recidiverisico, niet haalbaar is. Anders dan de deskundige [B] ziet de reclassering echter geen mogelijkheden voor interventies of toezicht
mits hij zich zal houden aan de voorwaarde van het niet plegen van een strafbaar feit,op dit moment niets zal merken. Aan verdachte zal daarom ook een onvoorwaardelijke taakstraf worden opgelegd. Indien verdachte deze taakstraf niet of niet naar behoren verricht, zal deze worden vervangen door hechtenis.
indien verdachte opnieuw een strafbaar feit zal begaan en hij daarmee deze algemene voorwaarde zal overtreden, de in dit vonnis op te leggen voorwaardelijke gevangenisstraf op vordering van het Openbaar Ministerie (direct) kan worden tenuitvoergelegd, ook indien dit vonnis nog niet onherroepelijk zal zijn door een mogelijk ingesteld hoger beroep. [10]
9.BESLAG
Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen” van 31 maart 2025 vermelde voorwerpen:
- een keukenmes, lemmet 20 cm, handgreep 10 cm zwart, goednummer: PL0900-2023009760-G3102678;
- vloeistof, 1 liter, brandgel, merk Farmlight, goednummer: PL0900-2023009760-G3102687.
Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen” van 31 maart 2025 onder 1 en 2 vermelde voorwerpen verbeurd verklaren omdat het onder 1 subsidiair, 2 en 4 bewezenverklaarde met behulp van deze voorwerpen is begaan.
10.BENADEELDE PARTIJ
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
gevangenisstraf van 500 (vijfhonderd) dagen;
taakstraf van 120 (honderdtwintig) uren;
- een keukenmes, lemmet 20 cm, handgreep 10 cm zwart, goednummer: PL0900-2023009760-G3102678;
- vloeistof, 1 liter, brandgel, merk Farmlight, goednummer: PL0900-2023009760-G3102687.
- een bedrag van € 500,00 (vijfhonderd euro) aan materiële schade;
- een bedrag van € 1.000,00 (duizend euro) aan immateriële schade;