Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2] B.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 12,
- de conclusie van antwoord met producties 1 tot en met 7,
- de akte eiswijziging en overlegging producties 13 tot en met 17 van [naam eisende partijen] .
2.De kern van de zaak
3.De achtergrond van het geschil
- 10% in aandelen,
- 10% in obligaties,
- 5% in goud (niet via Triodos Bank),
- 5% in Triodos Renewables Europe Fund,
- 10% in de Certificaten (van Triodos Bank), en
- 60% in liquide middelen.
Multilaterale Handels Faciliteit). Sinds juli 2023 kunnen certificaathouders op dat platform via private transacties Certificaten aan- en verkopen, tegen een variabele prijs en op basis van vraag en aanbod. Tegen deze achtergrond is de waarde van de door [naam eisende partijen] aangekochte Certificaten aanzienlijk gedaald.
4.De beoordeling
gevaarlijk” vond, dat deze “
toch niet [was] wat [hij] zocht” en hem
“teveel onrust”gaf. Daarbij komt dat beleggen in aandelen en obligaties onderdeel is van het beleggingsvoorstel, wat [naam eisende partijen] juist niet wilde. Tijdens het getuigenverhoor heeft [eiser sub 1] hierover namelijk duidelijk verklaard dat hij “
huiverig” was
“voor het woord aandelen”en dat hij bij de ING Bank niet gelukkig was met de manier waarop zij hem ‘pushte’ richting aandelen. Ook wilde hij “
geen risico” en “
geen bewegingen van koersen” en verklaarde hij: “
er waren geen individuele aandelen of obligaties in de portefeuille. Daar was ook geen wens toe”. Deze verklaringen passen dan ook niet bij de stellingen die namens [naam eisende partijen] zijn ingenomen, namelijk dat [naam eisende partijen] zonder normschending het beleggingsvoorstel van 25 oktober 2011 had gevolgd. Dat het volgen van het beleggingsvoorstel geen reëel scenario is, ziet de rechtbank bevestigd door de omstandigheid dat [naam eisende partijen] in maart 2020 de opbrengst van € 1 miljoen uit de door hem toen verkochte 11.904 Certificaten ook niet deels heeft belegd in bijvoorbeeld aandelen of obligaties.
- 1/3 in Certificaten,
- 1/3 in onroerend goed, en
- 1/3 in liquide middelen.