In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 27 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen inzake de compensatie voor kinderopvangtoeslag, omdat zij vond dat er niet tijdig op haar bezwaar was beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de Dienst Toeslagen was overschreden. Eiseres had op 25 september 2023 bezwaar gemaakt en op 31 oktober 2024 was de Dienst Toeslagen in gebreke gesteld. Eiseres heeft vervolgens op 8 januari 2025 beroep ingesteld. De rechtbank heeft het verzoek van eiseres om vrijstelling van het griffierecht voorlopig toegewezen, omdat zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling. De rechtbank heeft bepaald dat de Dienst Toeslagen alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 22 oktober 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst Toeslagen deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.