Beoordeling door de rechtbank
10. De rechtbank beoordeelt of de staatssecretaris het naturalisatieverzoek van eiseres terecht heeft afgewezen. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
11. De rechtbank is van oordeel dat het beroep gegrond is. De combinatie van de reactie van TOELT en het belang om de identiteit en nationaliteit van eiseres te achterhalen, leidt ertoe dat de staatssecretaris nader onderzoek had moeten doen en eiseres had moeten horen. De gelegenheid daartoe is ten onrechte niet geboden. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Is er sprake van gerede twijfel over de identiteit en nationaliteit van eiseres?
12. Eiseres voert aan dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom er sprake is van ernstige twijfel aan haar identiteit en nationaliteit en waarom hier nader onderzoek naar moest worden gedaan. In de asielprocedure is namelijk al toelichting gegeven over de omstandigheden waardoor zij niet optimaal kon verklaren over haar identiteit, nationaliteit en herkomst. Er bestond, volgens eiseres, onvoldoende aanleiding voor de staatssecretaris om een taalanalyse te laten doen omdat haar identiteit en nationaliteit al voldoende duidelijk is.
13. De rechtbank overweegt dat het bij het indienen van een naturalisatieverzoek aan eiseres is om haar identiteit en nationaliteit aan te tonen. In beginsel dient eiseres daarvoor een gelegaliseerde geboorteakte en een geldig buitenlands reisdocument te verstrekken. Eiseres is echter vrijgesteld van dat vereiste, omdat zij over een Ranov-vergunning beschikt. Dat neemt niet weg dat gerede twijfel over de identiteit en nationaliteit kan bestaan en ook in dit geval kan leiden tot het afwijzen van een naturalisatieverzoek. Verweerder heeft naar het oordeel van de rechtbank op goede gronden vastgesteld dat er twijfels bestonden over de identiteit en nationaliteit van eiseres. De overwegingen over de onduidelijkheid over nationaliteit en identiteit bij de afwijzing van de asielaanvraag, heeft eiseres onvoldoende gemotiveerd betwist. Ook het gehoor uit 2006 neemt de twijfels niet weg. Omdat het verlenen van het Nederlanderschap een zaak van groot gewicht is, moet de identiteit en nationaliteit van eiseres echter buiten twijfel zijn.
14. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze twijfels voldoende aanleiding geweest voor de staatssecretaris om nader onderzoek te doen naar de identiteit en nationaliteit van eiseres. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden in de vorm van een taalanalyse. De rechtbank acht niet aannemelijk geworden dat dit bij voorbaat een ongeschikte methode is om bij te dragen aan het onderzoek naar de nationaliteit en identiteit van eiseres.
Is het onderzoek volledig geweest?
15. In de zienswijze tegen het taalanalyse rapport voert eiseres aan dat er in het rapport onvoldoende rekening gehouden is met de situatie waarin zij is opgegroeid. Eiseres is namelijk geboren en opgegroeid in [plaats 2] , in het oosten van Soedan. Haar moeder was Christen en sprak Tigrinya, haar vader was Moslim en sprak Arabisch. Haar vader behoort daarnaast tot de [stam] stam, een bevolking in Noord Oost Afrika, die zich gevestigd heeft in zowel Soedan als Eritrea. Eiseres heeft haar jeugd voornamelijk doorgebracht met haar moeder. Van haar vader mocht ze namelijk niet naar buiten en niet naar school. Door deze omstandigheden spreekt eiseres voornamelijk Tigrinya en in mindere mate Arabisch. Daarom kan het taalanalyse rapport niet gehanteerd worden als deskundigenbericht en ook niet ten grondslag liggen aan het genomen besluit. Daarnaast woont eiseres al meer dan 25 jaar in Nederland en is ze psychisch kwetsbaar.
16. De rechtbank overweegt als volgt. Het is vaste rechtspraak van de Afdeling dat een advies van TOELT als deskundigenadvies aangemerkt kan worden. De staatssecretaris mag zijn twijfel hierop baseren indien het advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Het advies dient concludent te zijn. In beginsel mag een bestuursorgaan dan ook gebruik maken van een dergelijk advies om haar twijfel te onderbouwen. Echter, in het geval dat eiseres concrete aanknopingspunten voor twijfel aan dit advies naar voren brengt, mag de staatssecretaris niet zonder nadere motivering op het advies afgaan. De staatssecretaris dient in dat geval een reactie te vragen aan TOELT over de totstandkoming van het advies.De kern van het rapport van TOELT is dat eiseres slechts een uiterst fragmentarische kennis heeft van het Arabisch en dat het weinige Arabisch dat zij spreekt geen kenmerken bevat die typisch zijn voor het Arabisch dat in Soedan wordt gesproken.
17. De staatssecretaris heeft de zienswijze ter beoordeling aan TOELT voorgelegd. De staatssecretaris heeft het “weerwoord “ van TOELT als herhaald en ingelast beschouwd en geconcludeerd dat hij met TOELT in hetgeen eiseres heeft aangevoerd geen enkele aanleiding ziet om vraagtekens te plaatsen bij de bevindingen van de taalanalyse.
18. De rechtbank is van oordeel dat de motivering deze conclusie niet kan dragen omdat de door eiseres aangevoerde omstandigheden feitelijk niet zijn meegewogen.
19. Over de genoemde leefomstandigheden stelt TOELT dat verwijzing naar niet verifieerbare leefomstandigheden niet volstaat als onderbouwing van een gestelde herkomst en een gestelde levensloop. Hiermee geeft TOELT een mening over de geloofwaardigheid van de gestelde leefomstandigheden, waarvoor het niet is ingeschakeld, maar niet over de vraag of dergelijke leefomstandigheden van invloed kunnen zijn op de taal(ontwikkeling) van eiseres en dat is de vraag die aan TOELT is voorgelegd. Overigens is het voor de rechtbank onduidelijk waarom TOELT als taalanalysebureau en onafhankelijk adviseur steeds herhaalt dat in rechte vaststaat dat eiseres ongeloofwaardige verklaringen heeft afgelegd. Over de (onderbouwde) posttraumatische klachten stelt TOELT dat naar zijn inzicht er geen verband bestaat tussen PTSS en het niet kunnen spreken van een bepaalde taal die algemeen gangbaar is in het gestelde herkomstgebied van een betrokkene. De staatssecretaris heeft niet kunnen toelichten dat TOELT deskundig is op het gebied van het effect van trauma, in de zin dat iemand na een schokkende gebeurtenis blijft steken in bijvoorbeeld gevoelens van angst en onmacht. Alvorens een dergelijke conclusie te kunnen overnemen, had de staatssecretaris hierover navraag moeten doen. Verder is gebleken dat TOELT de talen Tigre en Tigrinya kennelijk door elkaar gebruikt. Hiermee is onduidelijk gebleven of TOELT wel de juiste conclusie heeft getrokken uit het door eiseres aangeleverde ambtsbericht.
20. Gezien het vorenstaande is terecht aangevoerd dat de staatssecretaris zich onvoldoende heeft vergewist van de juistheid van het rapport. Zonder nadere motivering, die ontbreekt, mocht de staatssecretaris het rapport en “het weerwoord” van TOELT, niet zonder meer ten grondslag leggen aan het besluit. Daarnaast schrijft TOELT ook dat de taal waarin eiseres is gehoord, Tigrinya, overwegend wordt gesproken in Eritrea en Ethiopië, en daarnaast ook in diaspora-gemeenschappen in andere landen in de regio. Niet valt in te zien waarom dit laatste voor de beoordeling in dit geval niet relevant is, nu eiseres heeft gesteld uit [plaats 2] te komen, dicht bij de grens met Eritrea, nauwelijks buitenshuis kwam en met name opgevoed te zijn door haar moeder die Tigrinya sprak. Een en ander was naar het oordeel van de rechtbank, genoeg reden voor de staatssecretaris om hier nadere vragen over te stellen.
21. Dit beroepsonderdeel is gegrond.
Had de staatssecretaris eiseres moeten horen?
22. Gezien het vorenstaande was naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een kennelijk ongegrond bezwaar, waardoor de staatssecretaris eiseres ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld om te worden gehoord.
23. Daarnaast had eiseres vragen kunnen beantwoorden over haar opvoeding, leefomstandigheden en psychische gesteldheid en waarom dat van invloed is op haar taalgebruik. De gemachtigde van eiseres heeft aangegeven dat zij verwacht in staat te zijn om eiseres aan het gehoor te laten deelnemen, ondanks haar vermijdende gedrag.
24. Ook dit onderdeel van het beroep slaagt.