In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 25 maart 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 15 mei 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank had eerder, op 27 juni 2024, een eerdere zaak gegrond verklaard en verweerder opgedragen om uiterlijk 19 augustus 2024 een besluit op bezwaar te nemen. Verweerder heeft echter geen besluit genomen, wat aanleiding gaf voor eiseres om opnieuw beroep in te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft bepaald dat dit binnen twee weken na verzending van de uitspraak moet gebeuren, maar in bijzondere gevallen kan een andere termijn worden vastgesteld. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.