In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 25 maart 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag. Eiseres stelde dat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar, ingediend op 26 februari 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat er geen zitting heeft plaatsgevonden omdat beide partijen geen gebruik hebben gemaakt van hun recht om gehoord te worden. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit op het bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 453,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 53,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.