In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 26 maart 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag, omdat zij vond dat er niet tijdig op haar bezwaar was beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door de Dienst Toeslagen is overschreden. Eiseres had op 23 januari 2025 beroep ingesteld, nadat zij de Dienst Toeslagen in gebreke had gesteld op 1 juni 2023. De rechtbank heeft bepaald dat de Dienst Toeslagen alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit op het bezwaar moet nemen, met een uiterste datum van 10 november 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het griffierecht van € 53,- moet door de Dienst Toeslagen aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter J.H. Lange, in aanwezigheid van griffier I. van Ittersum.