In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 25 maart 2025, is het beroep van eiseres tegen de Dienst Toeslagen behandeld. Eiseres, woonachtig in België, had bezwaar gemaakt tegen een definitieve beschikking inzake kinderopvangtoeslag, maar stelde dat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 9 augustus 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 11 november 2025. Tevens is er een dwangsom vastgesteld van € 50,- per dag voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft de hoogte van de dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 53,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.