In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 25 maart 2025, gaat het om een beroep dat eiseres heeft ingesteld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres, woonachtig in België, had bezwaar gemaakt tegen een definitieve beschikking inzake compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen heeft niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres heeft op 2 juli 2024 bezwaar gemaakt en op 16 oktober 2024 is de Dienst Toeslagen in gebreke gesteld. Eiseres heeft vervolgens op 11 februari 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. De rechtbank draagt de Dienst Toeslagen op om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.