In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 21 maart 2025, is het beroep van eiseres, een inwoner van Curaçao, gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 17 juli 2024 bezwaar gemaakt en de Dienst Toeslagen was in gebreke gesteld op 3 december 2024. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres terecht beroep had ingesteld. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen, met een uiterste datum van 7 november 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten ter hoogte van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door de Dienst Toeslagen worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.