In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 20 maart 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen inzake de compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 5 juli 2024 bezwaar gemaakt, maar de Dienst Toeslagen heeft pas op 4 februari 2025 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst Toeslagen de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 53,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.