Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
[eiseres],
[gedaagde],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties 1 en 2;
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
punten voor overleg huisbaas”en een e-mailbericht van 7 september 2023 met een vraag over de verdeling van de elektra en stadsverwarming. [gedaagde] heeft betwist dat de huurders al geruime tijd ontevreden zijn en dat zij van die ontevredenheid op de hoogte was. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze
e-mailberichten onvoldoende onderbouwing voor de stelling dat het bekend was bij [gedaagde] dat beide huurders al een lange tijd ontevreden waren. Dat blijkt nergens uit. De punten in de e-mail van 7 augustus 2023 kunnen net zo goed zijn opgesteld om een onderhandelingspositie te creëren voor [onderneming 4] voor bijvoorbeeld het afsluiten van een nieuwe huurovereenkomst met [eiseres] . Het had op de weg van [eiseres] gelegen om bijvoorbeeld een verklaring van de huurders te overleggen waaruit blijkt dat ook voor de overdracht van het pand sprake was van onvrede en dat daar discussies over zijn gevoerd met [gedaagde] , maar dat heeft zij niet gedaan.
“een onmiddellijk opeisbare boete van € 10.000,-”met
“een maximum van € 150.000,-“voor het geval [eiseres] met het opheffen van het conservatoire beslag in gebreke blijft. Voor zover [gedaagde] daarmee bedoelt te vorderen dat er een dwangsom aan de veroordeling tot opheffing van het beslag wordt opgelegd, zal dat worden afgewezen. [gedaagde] heeft niets gesteld over haar belang bij deze vordering.