In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen inzake de compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 3 april 2024 bezwaar gemaakt, maar de Dienst Toeslagen heeft pas op 8 januari 2025 een verweerschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst Toeslagen de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de Dienst Toeslagen veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het griffierecht van € 51,-. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis en is openbaar uitgesproken op 21 februari 2025.