In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 27 februari 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld. Eiseres, woonachtig in België, heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag. Eiseres stelt dat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar, ingediend op 12 januari 2024. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden, aangezien de Dienst Toeslagen op 4 september 2024 in gebreke is gesteld. Eiseres heeft vervolgens op 13 december 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank bepaalt dat dit besluit uiterlijk op 6 oktober 2025 bekend moet worden gemaakt. Tevens wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet worden vergoed door de Dienst Toeslagen.