In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 21 februari 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het niet tijdig beslissen door de Dienst Toeslagen op haar bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. Eiseres, woonachtig in België, had op 13 oktober 2023 bezwaar gemaakt, maar de Dienst Toeslagen heeft tot op heden geen besluit genomen. De rechtbank had eerder, op 27 juni 2024, een termijn gesteld voor het nemen van een besluit, welke op 8 augustus 2024 verstreken is. Eiseres heeft geen gebruik gemaakt van haar recht om te worden gehoord, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet tijdig heeft beslist. De rechtbank verplicht verweerder om binnen twintig weken na verzending van de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn overschreden wordt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.