In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 21 februari 2025, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Dienst Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag. Hij stelde dat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaar, dat hij op 9 oktober 2023 had ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. In bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen, maar in dit geval is de termijn van twee weken vastgesteld als onrealistisch kort. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst Toeslagen de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de Dienst Toeslagen moet worden betaald, en het door eiser betaalde griffierecht moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.