ECLI:NL:RBMNE:2024:887
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van overlijdensuitkering met bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen
In deze zaak gaat het om de vraag of het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rhenen bevoegd was om de overlijdensuitkering van eiser te verrekenen met zijn bijstandsuitkering. Eiser ontving bijstand en woonde samen met zijn vader tot diens overlijden in 2022. Na het overlijden heeft het college de bijstandsuitkering van eiser gewijzigd naar de norm van een alleenstaande en aangegeven dat hij mogelijk in aanmerking kwam voor een overlijdensuitkering van de Sociale Verzekeringsbank (SvB). Eiser ontving op 7 oktober 2022 een overlijdensuitkering van € 1.387,31, welke door het college is verrekend met zijn bijstandsuitkering van oktober 2022. Eiser maakte bezwaar tegen deze verrekening, maar het college handhaafde zijn besluit.
De rechtbank heeft op 29 januari 2024 de zaak behandeld en geoordeeld dat het college bevoegd was om de overlijdensuitkering te verrekenen. De rechtbank overwoog dat de overlijdensuitkering als inkomen moet worden aangemerkt en dat het college een belangenafweging heeft gemaakt. Eiser had geen beroepsgronden aangevoerd tegen het standpunt van het college. De rechtbank concludeerde dat de verrekening geen onevenredige nadelige gevolgen voor eiser had, aangezien hij ook een energietoeslag had ontvangen en het bedrag dat verrekend werd lager was dan de ontvangen overlijdensuitkering.
De rechtbank vond het wel onzorgvuldig dat het college eiser zo snel na het overlijden van zijn vader op de hoogte had gebracht van de wijziging van zijn bijstandsuitkering, wat eiser als pijnlijk ervoer. Desondanks werd het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontving.