In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 19 december 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een definitieve beschikking inzake compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had eerder, op 2 mei 2023, bezwaar gemaakt en de rechtbank had in een eerdere uitspraak op 24 april 2024 bepaald dat de Dienst Toeslagen uiterlijk 11 juni 2024 een besluit moest nemen. Echter, deze termijn was verstreken zonder dat er een besluit was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat de Dienst Toeslagen in gebreke is gebleven. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om binnen twintig weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 437,50, en het betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.