16. Eiseres stelt dat zij lichamelijk en fysiek niet in staat is om te arbeiden. Volgens haar heeft de psychiater verklaard dat zij vanwege de diagnose depressie en stress niet in staat is om te werken. Zij moet nog cognitieve gedragstherapie krijgen. Er is onvoldoende rekening gehouden met de lichamelijke klachten, hoofdpijn, hoge bloeddruk, hartritmestoornissen en hartklachten die zij ervaart. Het feit dat eiseres feitelijk pas na de beoordelingsdatum een pacemaker krijgt, betekent niet dat zij op de beoordelingsdatum deze klachten niet had.
16. Volgens het Uwv onderbouwt eiseres haar standpunt niet met nieuwe gegevens. De informatie die eiseres heeft ingebracht maakt niet duidelijk dat sprake is van een verslechtering ten opzichte van de WIA-beoordeling, die twee maanden voor deze beoordelingsdatum ligt.
16. De rechtbank stelt vast dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep, naar aanleiding van de onder punt 9 genoemde vaste rechtspraak, eerst heeft onderzocht of sprake is van toegenomen beperkingen. In het rapport van 11 april 2024 zijn de klachten van eiseres per 29 juni 2022 (het einde van de wachttijd voor de WIA) in kaart gebracht. Op basis van de rapportages van de spreekuurcontacten in oktober 2022, mei 2023 en de aanwezige medische informatie is er volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanleiding om aan te nemen dat de psychische gesteldheid in augustus 2022 anders was dan bij de WIA beoordeling in juni 2022. Bij de WIA-beoordeling in juni 2022 is rekening gehouden met de matige depressie met angstklachten, hypertensie en BPPD, hoge bloeddruk, hartkloppingen en het feit dat eiseres een pacemaker krijgt. Hiervoor zijn beperkingen aangenomen in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) van 17 mei 2023. Uit de brief van de cardioloog van 12 december 2022 blijkt dat eiseres een persisterende symptomatische 2:1 block heeft zonder overige hartafwijkingen. Dit is na de datum in geding ontstaan. De belastbaarheid per datum ziekmelding is volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep dus onveranderd ten opzichte van het einde van de WIA-wachttijd. Eiseres is daardoor onveranderd geschikt voor de drie destijds geselecteerde functies.
16. De rechtbank oordeelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep in het rapport van 11 april 2024 begrijpelijk en concreet heeft gemotiveerd hoe hij tot de beoordeling is gekomen. De rechtbank kan het medisch oordeel volgen. Eiseres heeft geen nadere medische stukken ingebracht om hiermee het gemotiveerde standpunt van de verzekeringsarts bezwaar en beroep te weerleggen. Eiseres heeft dan ook onvoldoende twijfel gezaaid dat het medisch oordeel onjuist is. Deze beroepsgrond slaagt niet.
16. De rechtbank volgt het Uwv in zijn conclusie dat geen sprake is van een toename van beperkingen en dat eiseres geschikt is voor de drie bij de WIA-beoordeling geduide functies. Het Uwv heeft dus terecht geen arbeidskundige beoordeling laten verrichten.
16. Gelet hierop ziet de rechtbank ook geen aanleiding om een deskundige in te schakelen.
Geen belangenafweging / evenredigheid
16. Eiseres voert aan dat geen belangenafweging heeft plaatsgevonden bij het nemen van het bestreden besluit en is dit daarom in strijd met het evenredigheidsbeginsel.
16. Volgens vaste rechtspraak van de CRvB is er gelet op het dwingendrechtelijke karakter van de ZW geen ruimte voor toepassing van het evenredigheidsbeginsel.Het beroep op het evenredigheidsbeginsel van eiseres stuit daarom af op het ontbreken van ruimte om de in de ZW dwingend voorgeschreven bepalingen te toetsen aan het evenredigheidsbeginsel. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen