In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 29 november 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Dienst Toeslagen heeft niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 2 januari 2023 bezwaar ingediend, maar de rechtbank had eerder, op 4 januari 2024, al geoordeeld dat de Dienst Toeslagen binnen zes weken een besluit moest nemen. De termijn hiervoor verstreek op 15 februari 2024, maar tot op heden was er geen besluit genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet heeft voldaan aan de wettelijke beslistermijn. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twintig weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter P.J. Blok, in aanwezigheid van griffier M.L. Bressers.