In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 19 december 2024, staat het beroep centraal dat eiser heeft ingesteld tegen de Dienst Toeslagen. Eiser stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 4 november 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank had eerder, op 24 januari 2024, een beroep van eiser gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen zes weken een besluit op bezwaar te nemen. Echter, op 6 maart 2024 was deze termijn verstreken zonder dat verweerder een besluit had genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder nog steeds geen besluit heeft genomen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om alsnog binnen een termijn van twintig weken na verzending van de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, en het door eiser betaalde griffierecht moet eveneens worden vergoed. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor bestuursorganen om tijdig te beslissen op bezwaren en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichting.