Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[handelsnaam 1]en
[handelsnaam 2],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek,
- de akte uitlating producties van [eiseres] .
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft [gedaagde] op 29 juni 2022 een opdracht gegeven aan [eiseres] voor boekhoudwerkzaamheden. [eiseres] vordert een bedrag van € 780,00 voor de werkzaamheden die zij heeft verricht van januari tot en met juni 2022. [gedaagde] betwist deze vordering, omdat volgens hem er in die periode geen overeenkomst was gesloten. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] afgewezen, omdat hij de uitleg van [gedaagde] volgt. De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst van opdracht op 29 juni 2022 is gesloten, waarbij [gedaagde] € 130,00 per maand moet betalen voor de werkzaamheden die vanaf dat moment zijn verricht. De kantonrechter stelt vast dat er geen afspraken zijn gemaakt over de betaling voor de maanden vóór de overeenkomst. Bovendien blijkt uit het gedrag van [eiseres] na de overeenkomst dat zij geen hogere prijs in rekening heeft gebracht voor de maanden januari tot en met juni 2022. De kantonrechter concludeert dat [gedaagde] niet hoeft te betalen voor deze maanden en wijst de vordering van [eiseres] af. Tevens worden de nevenvorderingen afgewezen en wordt [eiseres] veroordeeld in de proceskosten, die op nihil worden begroot, aangezien [gedaagde] in persoon procedeert. Dit vonnis is uitgesproken op 18 september 2024.