Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
€ 630,00
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee besloten vennootschappen over een overeenkomst tot het leveren van internetdiensten via glasvezel. De eiseres, een internetdienstverlener, had een overeenkomst gesloten met de gedaagde partij voor de levering van internetdiensten en een telefonieabonnement. De gedaagde heeft de overeenkomst echter voortijdig opgezegd, voordat de diensten daadwerkelijk waren geleverd. De eiseres vorderde een schadevergoeding van de gedaagde, die zij had berekend op basis van de verwachte inkomsten uit de overeenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde in strijd met de contractuele bepalingen had opgezegd en dat zij een schadevergoeding moest betalen. De kantonrechter matigde de schadevergoeding tot 50% van het gevorderde bedrag, omdat de eiseres niet voldoende had onderbouwd dat zij het volledige bedrag van de schade had geleden. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 5.730,00, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van contractuele bepalingen en de gevolgen van onterecht opzeggen van overeenkomsten.