ECLI:NL:RBMNE:2024:7243
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van terugvordering WAO-uitkering door het Uwv
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 12 september 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de afwijzing van een verzoek om kwijtschelding van een terugvordering van een WAO-uitkering. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. B.J.M. de Leest, heeft het Uwv in rechte betrokken omdat zij het niet eens was met de afwijzing van haar verzoek om kwijtschelding. Eiseres stelde dat het Uwv de beslissing onvoldoende had gemotiveerd en dat het beleid in strijd was met het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. De rechtbank heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Eiseres had in het verleden een te veel betaalde toeslag van € 30.159,- ontvangen, welke het Uwv had teruggevorderd. Eiseres had in 2021 een verzoek om kwijtschelding ingediend, maar het Uwv had dit verzoek afgewezen omdat eiseres nog niet vijf jaar had voldaan aan de betalingsverplichting. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht had gehandeld en dat eiseres niet aan de voorwaarden voor kwijtschelding voldeed. De rechtbank concludeerde dat het beleid van het Uwv niet onevenredig was en dat de afwijzing van het verzoek om kwijtschelding terecht was. Eiseres kreeg geen gelijk en haar beroep werd ongegrond verklaard.