Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[gedaagde sub 1] ,MEDE H.O.D.N. [handelsnaam 1] ,statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaats 3] ,hierna te noemen: [handelsnaam 1] ,2. [gedaagde sub 2] MEDEH.O.D.N. [handelsnaam 2] .,hierna te noemen: [handelsnaam 2] .,statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaats 3] ,3. [gedaagde sub 3] H.O.D.N.[handelsnaam 3] ,hierna te noemen: [handelsnaam 3] ,statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaats 3] ,
hierna te noemen: [tussenkomende partij] ,
advocaat: mr. C.A.M. Lombert-Buisman.
1.De procedure
- de producties 1 tot en met 18 van [eiseres] ,
- de conclusie van antwoord,
- de producties 1 tot en met 12 van [handelsnaam 1] c.s.,
- de incidentele conclusie tot primair tussenkomst en subsidiair voeging van [tussenkomende partij] .
2.Waar gaat dit kort geding over?
- Computer Hardware (perceel 1), en
[eiseres] heeft samen met nog zes andere inschrijvers, onder wie [tussenkomende partij] , ingeschreven op perceel 2. In de voorlopige gunningsbeslissing van 5 november 2024 [1] is aan [eiseres] bericht dat zij op de tweede plaats is geëindigd en dat perceel 2 voorlopig wordt gegund aan [tussenkomende partij] . [eiseres] is het daarmee niet eens en vordert in dit kort geding dat [handelsnaam 1] c.s. wordt geboden om:
a. primair, de opdracht aan haar te gunnen, en
De primaire vordering is gegrond op de stelling dat de inschrijving van [tussenkomende partij] niet voldoet aan een in de aanbestedingstukken gestelde minimumeis. De subsidiaire vordering is gegrond op de stelling dat sprake is van een niet transparante minimumeis.
[handelsnaam 1] c.s. en [tussenkomende partij] voeren onder andere als verweer dat er maar één uitleg van de door [eiseres] gestelde minimumeis mogelijk is en wel de door hen bepleite uitleg. Het gaat in dit kort geding dus om uitleg van de aanbestedingsstukken.
3.De beoordeling
Er zijn door [handelsnaam 1] c.s. aangepaste Prijzenbladen en PvE’s gemaakt, omdat er naar aanleiding van bepaalde vragen in de eerste, tweede en derde NvI aanleiding was om de eisen zoals vermeld in het bij het Beschrijvend Document gevoegde Prijzenblad en PvE te wijzigen.
(totaal 3x)
1. een USB 2.0 en een USB-C aansluiting moeten hebben, en
2. dat er in totaal drie van die aansluitingen moeten zijn.
- de te leveren touchscreens een single use USB-C kabel functionaliteit moesten hebben, en (dat daarom)
- alsnog als vereiste wordt gesteld dat de te leveren touchscreens een single use USB-C kabel functionaliteit moesten hebben, en dat (daarom)
Er worden geen woorden gebruikt die daarop wijzen, zoals bijvoorbeeld “vereist is” of “als vereiste wordt gesteld dat”. Er wordt door de vraagsteller [14] alleen maar meegedeeld dat “voor het realiseren van een single use USB-C kabel functionaliteit een USB-C poort van 65 Watt noodzakelijk is”. Hoogstens zou een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver uit deze mededeling kunnen opmaken dat er (impliciet) wordt gevraagd of het is toegestaan om in het kader van de levering van de touchscreens een single use USB-C kabel te leveren. Dat was immers niet uitgevraagd. Daarbij komt dat de eis zoals vermeld in regel 91 van het Prijzenblad bij het Beschrijvend Document één op één is overgenomen in de aangepaste Prijzenbladen die naar aanleiding van de drie NvI’s zijn opgemaakt. Op grond van die eis was juist niet als vereiste gesteld dat de USB-C aansluiting van de te leveren touchscreens een bepaald wattage heeft (zie 3.7. tot en met 3.10.).
b. het is toegestaan om in te schrijven met een USB-C kabel functionaliteit en een USB-C aansluiting van 65 Watt.
15 Watt. Niet gesteld of gebleken is dat [tussenkomende partij] heeft ingeschreven met een single use USB kabel. [tussenkomende partij] heeft gelet op wat hiervoor is overwogen dus een geldige inschrijving gedaan. Er is geen reden om die inschrijving aan de kant te leggen en de opdracht aan [eiseres] te gunnen. Dit betekent dat de primaire vordering moet worden afgewezen.
a. de opdracht definitief aan haar te gunnen als zij de opdracht definitief wil gunnen, en
4.De beslissing
a. de proceskosten van € 1.973,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [eiseres] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,