In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 20 december 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, ingediend op 9 oktober 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser op 4 september 2024 beroep heeft ingesteld na een ingebrekestelling op 28 maart 2024. De rechtbank heeft de Dienst Toeslagen opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, met een uiterste datum van 26 juni 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 437,50, en het door hem betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.