In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 19 december 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 25 februari 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 3 juli 2024 in gebreke is gesteld. Eiseres heeft vervolgens op 25 augustus 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank bepaalt dat verweerder dit binnen twee weken na de uitspraak moet doen, maar in bijzondere gevallen kan een andere termijn worden vastgesteld. In dit geval is de rechtbank van mening dat een termijn van veertig weken na het indienen van het verweerschrift realistisch is, gezien de gemiddelde doorlooptijd van de bezwaarprocedure.
Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat er een dwangsom van € 50,- per dag moet worden betaald door verweerder voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook verzocht om de dwangsom vast te stellen, en de rechtbank heeft de proceskosten van eiseres toegewezen, die door verweerder moeten worden vergoed. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar uitgesproken en een afschrift verzonden aan de betrokken partijen.