In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 12 december 2024, staat het beroep centraal dat eiser heeft ingesteld tegen de Dienst Toeslagen. Eiser stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 8 april 2024 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. Op 15 oktober 2024 heeft verweerder een verweerschrift ingediend, maar geen van de partijen heeft verzocht om een zitting. De rechtbank heeft daarop het onderzoek gesloten. De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig nemen van een besluit beroep kan worden ingesteld, en dat de beslistermijn in deze zaak is overschreden. Eiser heeft verweerder op 6 september 2024 in gebreke gesteld, en heeft vervolgens op 27 september 2024 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn die door de rechtbank is vastgesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wettelijke beslistermijn te kort is om een besluit te nemen, en heeft in eerdere rechtspraak bepaald dat een nadere beslistermijn van veertig weken na het indienen van het verweerschrift realistisch is. Dit sluit aan bij de gemiddelde doorlooptijd van de bezwaarprocedure. De uiterlijke datum waarop verweerder een besluit op bezwaar bekend moet maken is vastgesteld op 22 juli 2025. Tevens heeft de rechtbank overwogen dat er een dwangsom van € 50,- per dag moet worden betaald voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft verzocht om de dwangsom vast te stellen, en de rechtbank heeft deze vastgesteld op het maximale bedrag van € 1.442,-, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds verweerder in gebreke is.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser recht heeft op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De totale proceskostenvergoeding is vastgesteld op € 437,50, en verweerder moet ook het door eiser betaalde griffierecht van € 51,- vergoeden. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar uitgesproken en een afschrift verzonden aan de betrokken partijen.