In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de Dienst Toeslagen omdat zij van mening is dat er niet tijdig is beslist op haar bezwaar van 11 december 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 13 december 2024 uitspraak gedaan. Eiseres heeft op 28 september 2024 beroep ingesteld, nadat verweerder in gebreke was gesteld op 16 april 2024. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat het beroep gegrond is. Verweerder is opgedragen om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 437,50 en het griffierecht van € 51,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.