In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 12 december 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, ingediend op 25 september 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 25 april 2024 in gebreke is gesteld door eiser. Eiser heeft vervolgens op 24 september 2024 beroep ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 10 juli 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, vastgesteld op € 437,50, en het door hem betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.