Beoordeling door de rechtbank
12. Eiser heeft zich eerst tijdens de zitting van 3 september 2024 op het standpunt gesteld dat het bestreden besluit II door het Uwv is genomen in strijd met het verbod op reformatio in peius. Dit omdat zijn arbeidsongeschiktheidspercentage met dit besluit is verlaagd en hij geen recht meer heeft op een WIA-uitkering.
13. De rechtbank overweegt dat, zoals uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroepblijkt, het uitgangspunt is dat een heroverweging in bezwaar kan leiden tot een verslechtering van de rechtspositie van een betrokkene, indien een bestuursorgaan ook zonder dat bezwaar zou zijn ingediend, hiertoe had kunnen overgaan. Wel geldt dat
deze verslechtering – in verband met het aan het verbod van reformatio in peius ten grondslag liggende rechtszekerheidsbeginsel – in beginsel alleen per toekomende datum worden geëffectueerd.
14. Hier is, naar het oordeel van de rechtbank, in dit geval sprake van. Uit het bestreden besluit II volgt dat de verlaging van de mate van arbeidsongeschiktheid geen wijziging heeft gebracht in de hoogte en de duur van de aan eiser toegekende loongerelateerde WGA-uitkering, zodat eiser feitelijk niet in een nadeliger positie is gekomen. Gedurende de bezwaar- en beroepsprocedure is de loongerelateerde WGA-uitkering van eiser omgezet in een vervolguitkering. Deze vervolguitkering is per 29 januari 2024, twee maanden en een dag na dagtekening van de gewijzigde beslissing, beëindigd. Naar het oordeel van de rechtbank is het bestreden besluit II daarom niet genomen in strijd met het verbod op reformatio in peius. De beroepsgrond slaagt niet.
Toetsingskader van de rechtbank
15. De rechtbank overweegt dat zij, nu de eiser geen toestemming heeft gegeven om gedingstukken die medische gegevens bevatten ter kennisname aan zijn ex-werkgever te verstrekken, de motivering van haar oordeel voor zover nodig zal beperken teneinde te voorkomen dat deze gegevens alsnog openbaar worden.
16. De rechtbank moet aan de hand van wat partijen naar voren hebben gebracht beoordelen of het Uwv zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eisers gezondheidsklachten en de beperkingen die daaruit voortvloeien per 17 september 2022 leiden tot een mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 35% zodat eiser niet in aanmerking komt voor een WIA-uitkering.
17. Bij de inhoudelijke beoordeling van de zaak van eiser stelt de rechtbank voorop dat het Uwv besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Die rapporten moeten dan wel:
- op een zorgvuldige manier tot stand zijn gekomen;
- geen tegenstrijdigheden bevatten; en
- voldoende begrijpelijk zijn.
De rapporten en besluiten zijn in beroep aanvechtbaar. Daarvoor moet de eisende partij dan wel aanvoeren (en zo nodig aannemelijk maken) dat de medische rapporten niet aan de genoemde voorwaarden voldoen of dat de medische beoordeling onjuist is. Niet-medisch geschoolden kunnen aannemelijk maken dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Om echter voldoende aannemelijk te maken dat een medische beoordeling onjuist is, is in beginsel informatie van een arts of een medisch behandelaar noodzakelijk. Dat betekent dat hoe eiser zich zelf voelt, zonder dat daar een medische onderbouwing voor is, niet genoeg is om bij de rechtbank gelijk te krijgen.
De zorgvuldigheid van de beoordeling
18. Eiser heeft eerst tijdens de zitting van 3 september 2024 aangevoerd dat het medisch onderzoek door het Uwv niet zorgvuldig is uitgevoerd, omdat de verzekeringsarts bezwaar en beroep hem niet heeft onderzocht.
19. Deze beroepsgrond van eiser slaagt niet. De rechtbank stelt daarbij voorop dat eiser zijn stelling dat nader lichamelijk onderzoek nodig was voor een zorgvuldig onderzoek, niet nader heeft onderbouwd. Uit het rapport van de primaire verzekeringsarts van 10 augustus 2022 volgt dat hij het dossier van eiser heeft bestudeerd en dat hij eiser heeft gezien en lichamelijk onderzoek heeft uitgevoerd. De bevindingen van dit onderzoek heeft de primaire verzekeringsarts beschreven in zijn rapport. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de dossiergegevens bestudeerd en vastgesteld dat hij op basis van het dossieronderzoek tot een zorgvuldige beoordeling kon komen. In zijn rapport van 3 april 2023 beschrijft de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat het onderzoek door de primaire verzekeringsarts adequaat en volledig is uitgevoerd, dat het bestuderen van de dossierstukken niet tot aanvullende vragen heeft geleid en dat ook de bezwaargronden geen aanleiding geven tot nader onderzoek. De rechtbank kan deze toelichting van de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgen en ziet in wat eiser heeft aangevoerd geen aanleiding voor het oordeel dat het medisch onderzoek onzorgvuldig is uitgevoerd.
20. Eiser voert aan dat zijn gezondheidsklachten moeten leiden tot een aanvullende beperkingen op het item ‘zien’ (item 2.1.1) van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Ter onderbouwing van dit standpunt heeft eiser gewezen op medische informatie van zijn neuroloog en de bedrijfsarts die hij in de bezwaarfase heeft ingebracht. Daaruit volgt dat eiser met zijn rechteroog nagenoeg niet ziet en ook geen diepte ziet.
21. De rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep naar aanleiding daarvan in de gelegenheid gesteld om nader te motiveren of de beperking op het item 2.1.1. kan volstaan gelet op de door eiser ingebrachte medische informatie van zijn neuroloog en de bedrijfsarts.
22. Het Uwv heeft vervolgens het aanvullend rapport van 15 november 2023 en een nieuwe FML van 15 november 2023 van zijn verzekeringsarts bezwaar en beroep overgelegd. Daaruit volgt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de toelichting op de beperking op het item 2.1.1. heeft gewijzigd. In zijn aanvullend rapport heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep, op basis van literatuuronderzoek, toegelicht dat het verlies van zicht aan één oog leidt tot een beperking in dieptezien, vooral op korte afstand. Er is bij het zien met één oog echter geen beperking voor werkzaamheden met beeldschermwerk omdat dit tweedimensionaal is en het toetsenbord binnen het gezichtsveld van één oog valt. In de FML van 15 november 2023 is de toelichting bij de beperking op het item 2.1.1. in overeenstemming met de hiervoor gegeven aanvullende motivering gewijzigd. Verder is ook de eerder aangenomen beperking op het item ‘langdurig lezen’ (item 2.1.5.) komen te vervallen. In de gewijzigde FML van 15 november 2022 is bovendien een aanvullende beperking aangenomen op het item ‘frequent trappenlopen’ (item 4.18) omdat bij zicht met één oog meer moeite kan bestaan met traplopen, opstapjes en stoepjes.
23. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep met zijn aanvullend rapport van 15 november 2023 uitgebreid en zorgvuldig gemotiveerd toegelicht waarom eiser niet méér beperkt is op het item ‘zien’, maar waarom er wel aanleiding is om de toelichting bij de aangenomen beperking te wijzigen. De rechtbank kan motivering van de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgen. Eiser heeft tegen het bestreden besluit II geen nieuwe medische informatie ingebracht die aanleiding geeft om te twijfelen aan de aanvullende medische beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. De beroepsgrond slaagt niet.
24. Eiser heeft verder nog aangevoerd dat zijn medische klachten leiden tot vermoeidheid, nekklachten, psychische klachten en verdergaande beperkingen in zijn zelfredzaamheid. Volgens eiser heeft het Uwv ten onrechte geen aanvullende beperkingen aangenomen voor deze gezondheidsklachten. Pas tijdens de zitting van 3 september 2024 heeft eiser zich op het standpunt gesteld dat zijn beperkingen zodanig zijn toegenomen dat hij in aanmerking komt voor een Inkomensvoorziening voor Volledig Arbeidsongeschikten (IVA-uitkering).
25. De rechtbank ziet geen aanleiding voor het oordeel dat de medische beoordeling van het Uwv op de overige door eiser genoemde onderdelen onjuist zou zijn. In de oorspronkelijke FML van 10 augustus 2022 is voor eiser in verband met vermoeidheidsklachten een urenbeperking aangenomen. Deze beperking is in de gewijzigde FML van 15 november 2023 in stand gebleven. In het aanvullend rapport van 15 november 2023 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep aanvullend gemotiveerd waarom de aangenomen urenbeperking passend is. Eiser heeft zich op de zitting van 3 september 2024 weliswaar op het standpunt gesteld dat hij volledig arbeidsongeschikt is door zijn energetische klachten, maar heeft geen medische informatie ingebracht om dit standpunt te onderbouwen. Voor psychische klachten zijn voor eiser geen beperkingen aangenomen. In zijn aanvullend rapport van 15 november 2023 motiveert de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat geen beperkingen zijn aangenomen omdat psychische klachten bij eiser niet zijn geobjectiveerd. Omdat eiser in beroep ook geen medische informatie heeft ingebracht om dit te onderbouwen, ziet de rechtbank geen aanleiding om deze beoordeling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep voor onjuist te houden. Voor de nekklachten zijn in de FML beperkingen aangenomen voor het uitvoeren van zwaar belastend werk. Eiser heeft ook op dit onderdeel geen medische informatie ingebracht die de rechtbank aanleiding geeft om aan dit medisch oordeel te twijfelen. De overige beroepsgronden gericht tegen de juistheid van de medische beoordeling slagen niet.
26. De rechtbank overweegt ter voorlichting van eiser nog het volgende. Tijdens de tweede zitting heeft eiser duidelijk toegelicht dat zijn gezondheidsklachten zijn toegenomen ten opzichte van de datum in geding in deze zaak. De rechtbank beoordeelt in deze zaak uitsluitend de juistheid van de medische beoordeling per 17 september 2022. Indien de gezondheidsklachten van eiser inmiddels zijn toegenomen kan eiser hiervan bij het Uwv een melding doen, zodat zijn medische situatie door het Uwv opnieuw kan worden beoordeeld.
De arbeidskundige beoordeling
27. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft als gevolg van de gewijzigde FML een nieuwe arbeidskundige beoordeling uitgevoerd. In zijn aanvullend rapport van 21 november 2023 heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep toegelicht waarom een aantal van de eerder geduide functies zijn komen te vervallen. Daarnaast heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep in dit rapport nieuwe functies geduid die passen bij de gewijzigde belastbaarheid van eiser zoals opgenomen in de FML van 15 november 2023.
28. Eiser heeft tegen de gewijzigde arbeidskundige beoordeling op de zitting nog aangevoerd dat een van de geduide functies niet geschikt is omdat in deze functie moet worden gewerkt met gevaarlijke machines.
29. Deze beroepsgrond van eiser slaagt niet. De schatting van de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser is gebaseerd op de nieuw geduide functies die zijn opgenomen in het rapport van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 21 november 2023. Deze functies houden niet in dat gewerkt moet worden met gevaarlijke machines en zijn afgestemd op de beperkingen die zijn aangenomen in de gewijzigde FML. Vanwege de geschiktheid van deze functies worden de geduide reservefuncties, waarin mogelijk wel gewerkt wordt met gevaarlijke machines, niet bij de schatting van de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser betrokken.