In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 19 december 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen het niet tijdig beslissen door de Dienst Toeslagen op haar bezwaar van 15 februari 2023. Eiseres had eerder een beroep ingesteld dat gegrond werd verklaard, waarbij de rechtbank de Dienst Toeslagen opdroeg binnen zes weken een besluit te nemen. De rechtbank constateert dat deze termijn op 23 februari 2024 is verstreken en dat er tot op heden geen besluit is genomen. Hierdoor is het beroep van eiseres gegrond verklaard.
De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen alsnog een besluit moet nemen, bij voorkeur binnen twee weken na verzending van de uitspraak. In bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn vaststellen. De rechtbank verwijst naar eerdere rechtspraak waarin is vastgesteld dat bij tweede en volgende beroepen tegen het niet tijdig beslissen een beslistermijn van twintig weken realistisch is, gezien de gemiddelde doorlooptijd van bezwaarprocedures.
Daarnaast wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de Dienst Toeslagen de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 437,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Dienst Toeslagen aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is naar de betrokken partijen verzonden.