Op 10 december 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in een zaak betreffende het gezag over een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De procedure is aangevraagd via de informele rechtsingang op 26 augustus 2024. De ouders van [minderjarige], [de vader] en [de moeder], zijn gescheiden en hebben samen het gezag over hem. [minderjarige] woont bij zijn moeder en heeft momenteel geen contact met zijn vader. Tijdens een zitting op 14 november 2024 is gesproken over de wensen van [minderjarige] en de mogelijkheid van contactherstel met zijn vader. De rechtbank heeft besloten de procedure aan te houden in afwachting van de uitkomst van het contactherstel en de hulp aan de ouders. De rechtbank heeft de ouders gevraagd om uiterlijk op 10 juni 2025 te rapporteren over de voortgang van het contactherstel en de situatie van [minderjarige]. De rechtbank benadrukt het belang van een goede band tussen [minderjarige] en zijn vader en moedigt beide ouders aan om stappen te zetten richting herstel van het contact. De beschikking is openbaar uitgesproken door kinderrechter mr. T. Dopheide, in samenwerking met griffier mr. S. Clement.