Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 24 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap, hierna te noemen [eiseres], en een andere besloten vennootschap, hierna te noemen [gedaagde]. De zaak betreft een vordering tot betaling van onbetaalde facturen die [eiseres] heeft gestuurd aan [gedaagde] in verband met een leaseovereenkomst voor een Toyota Yaris Cross. De levering van de leaseauto vond plaats op 6 april 2023, maar vanwege leveringsproblemen heeft [eiseres] [gedaagde] een vervangende auto verhuurd. Ondanks herhaalde betalingsherinneringen heeft [gedaagde] de facturen voor de huur van de vervangende auto, die in totaal € 610,87 bedragen, niet betaald.
Tijdens de mondelinge behandeling op 22 november 2024 is [gedaagde] niet verschenen, terwijl [eiseres] vertegenwoordigd was door haar gemachtigde en enkele medewerkers. [gedaagde] voerde verweer tegen de betaling van de factuur voor april 2023, stellende dat er een coulance-afspraak was over korting op de huurkosten. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat [gedaagde] zijn verweer niet heeft onderbouwd en dat er geen bewijs is voor de gestelde afspraak. Daarom heeft de kantonrechter de vordering van [eiseres] tot betaling van beide facturen volledig toegewezen.
Daarnaast heeft de kantonrechter de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, evenals de proceskosten, die door [gedaagde] moeten worden vergoed. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [eiseres] het bedrag kan vorderen voordat de uitspraak in hoger beroep kan worden aangevochten. De totale te betalen som door [gedaagde] bedraagt € 769,37, vermeerderd met rente en kosten.