In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 17 december 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen vier beschikkingen van de Dienst Toeslagen met betrekking tot de compensatie van kinderopvangtoeslag. Eiseres stelde dat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar, ingediend op 18 oktober 2022. De rechtbank had eerder, op 11 maart 2024, al geoordeeld dat de Dienst Toeslagen binnen zes weken na die uitspraak een besluit op het bezwaar moest nemen. Echter, op het moment van deze uitspraak had de Dienst Toeslagen nog steeds geen besluit genomen, waardoor de rechtbank oordeelde dat het beroep gegrond was.
De rechtbank heeft bepaald dat de Dienst Toeslagen alsnog binnen twintig weken na de verzending van deze uitspraak een besluit op het bezwaar moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat de termijn overschreden wordt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de rechtbank is vastgesteld op € 437,50, en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door de Dienst Toeslagen aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is naar de betrokken partijen verzonden.