4.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde.
Verdachte heeft op 3 december 2024 ter zitting verklaard dat hij op 9 februari 2024 in de avond met de trein naar Amersfoort is gegaan, dat hij in de nacht bij de woninginbraak op de uitkijk heeft gestaan en dat hij de gestolen laptop heeft opengeklapt.
Verdachte heeft verder verklaard dat het klopt dat hij samen met medeverdachte [medeverdachte 2] op de beelden in het appartementencomplex op de [straat] in Amersfoort is te zien.
Verdachte heeft op 14 mei 2024 tijdens een politieverhoor verklaard dat hem geld is beloofd.
Op zaterdag 10 februari 2024 werd verdachte [medeverdachte 1] aangehouden ter zake van heling. [medeverdachte 1] is de vriendin van een medeverdachte van verdachte, genaamd [medeverdachte 2] . Bij de aanhouding van de verdachte [medeverdachte 1] werd een Samsung Smartphone inbeslaggenomen.(..) Bij verder technisch onderzoek van de Samsung telefoon is de volgende informatie door mij aangetroffen.
- Foto's van telefoon met daarop een gesprek. Ik herken de applicatie waarmee het gesprek gevoerd is als Snapchat. (..)
Verdachte [medeverdachte 1] heeft in haar verhoor bij de politie verklaard:
V: Wie is de gebruiker [chatnaam medeverdachte 2] in de chat?
A: Dat is hij zelf.
V: Is dat [medeverdachte 2] .
A: Ja.
In het dossier zitten foto’s van de screenshots van berichten op Snapchat die aangetroffen zijn op de telefoon van [medeverdachte 1] . Op de foto's is te zien dat het gesprek grotendeels op vrijdag 09-02-2024 heeft plaatsgevonden.
(tijd onbekend) [chatnaam medeverdachte 2] :
"1 brakkie in een grote osso je gaat daar voor 2rolexen heen wat erbij gepakt wordt is bij zaak. Weet iedergeval die roleys Zinn daar"
(tijd onbekend) [chatnaam medeverdachte 2] :
"die brakkie is duizend procent ma ze kunne wel osso zijn s gewn gezin"
(tijd onbekend) [chatnaam medeverdachte 2] :
"Ma moet weten jullie komen of komen niet"
om 20:47 uur [Snapchat account verdachte] :
"Als die ding zeker is ik ga niet voor saus naar daar"
om 20:48 uur [chatnaam medeverdachte 2] :
"K ga nu die sma. Alsveerst die guy late belle. Nunu. Ben daarval voor haar huis"
om 20:48 uur [Snapchat account verdachte] :
"Doe snel wat we pakken rond 10 uur trien"
om 20:48 uur [chatnaam medeverdachte 2] :
"See"
om 20:54 uur [Snapchat account verdachte] :
"Wat is die adres"
(tijd onbekend) [Snapchat account verdachte] joined the call
(tijd onbekend) [chatnaam medeverdachte 2] :
"Bro wacht effe heb zelf 3opties vnv deze zouden plantage moete zijn heb als tip gekregen ga nu zo na die osso van vnv. Ben deze effe checke. Ga nu na balkon. Zoude 2huizen moeten zijn effe kijke en
(tijd onbekend) ... […] :
"...aar heb je daar iets. P of zo"
(tijd onbekend) [chatnaam medeverdachte 2] :
"Die anders osso die ik zei is op 5min afstand. Geen p bij mij nu was niet voorbereid heb in [plaats] niet vragen nu als"
om 21:47 uur [chatnaam medeverdachte 2] :
"Denk die mensen zijn Niet osso. Ben aan het wachten om die voortuin in te gaan. Ma ziet er donker uit filmpjesnko komen eraan"
om 22:06 uur [chatnaam medeverdachte 2] : [chatnaam medeverdachte 2] stuurt een filmpje. (Toelichting verbalisant: Ambtshalve is mij bekend dat een paars pijltje bij een snapchat bericht betekent dat het een filmpje betreft.)
om 22:06 uur [chatnaam medeverdachte 2] :
"Je gaat niks zien is kk donker. Zitte allemaal bomen omheen En kan geen flist. Die mensen zijn Niet osso die Buren wel ma die huis ligt Niet aan Hun huis vast snapje is Los van elkaar 40 stappen zo. Ik kijk nu achterinhanh had nog Niet gezien."
om 22:12 uur [Snapchat account verdachte] :
"Denk er zijn daar over een iur"
om 22:29 uur [Snapchat account verdachte] :
"Kom je ons ophalen bij station"
om 22:34 uur [chatnaam medeverdachte 2] : [chatnaam medeverdachte 2] stuurt een afbeelding. (Toelichting verbalisant: Ik herken de website als de website van 9292.nl)
om 22:34 uur [chatnaam medeverdachte 2] :
"Dit s 1 van de treinen terug voor jullie. Dan s die safe alvast"
om 23:05 uur [Snapchat account verdachte] :
"Je hebt p geregeld toch"
Een verbalisant merkt bij het gesprek het volgende op:
Ambtshalve zijn mij de volgende betekenissen van woorden bekend:
"Osso" betekent huis
"Brakkie" betekent braak of inbraak
"Roleys" betekent Rolex of Rolexen
"Vnv" betekent vanavond
"Voor saus" betekent "voor niets"
"Gewn" betekend gewoon
"p" wordt gebruikt om een pistool of vuurwapen aan te duiden.
In het gesprek zegt " [chatnaam medeverdachte 2] " over een mogelijkheid van het uitvoeren van een inbraak waarbij
Twee rolexen buit gemaakt kunnen worden. " [chatnaam medeverdachte 2] " is er zeker van dat de rolexen daar
aanwezig zijn en geeft aan dat de bewoners wel thuis kunnen zijn. Hierna wordt gevraagd of
de andere deelnemers van het gesprek wel of niet komen. " [Snapchat account verdachte] " reageert hierop dat
hij alleen komt als " [chatnaam medeverdachte 2] " er zeker van is. Daarna zegt " [Snapchat account verdachte] " het volgende "we
pakken rond 10 uur trien" en vraagt daarna om het adres. " [chatnaam medeverdachte 2] " zegt dat hij nog een optie heeft,
vermoedelijk voor een inbraak/overval, betreffende een plantage. Hierna zegt hij dat hij gaat
kijken bij de woning.
Een gebruiker met de naam eindigend op " […] " vraagt aan " [chatnaam medeverdachte 2] " of hij een vuurwapen
heeft. " [chatnaam medeverdachte 2] " reageert hierop dat hij geen vuurwapen bij zich heeft maar er wel eentje in
[plaats] heeft. " [chatnaam medeverdachte 2] " zegt dat hij vermoedt dat de bewoners niet thuis zijn en dat hij wacht
om de voortuin in te gaan. Hierna beschrijft hij dat er allemaal bomen om de woning staan,
dat de buren wel thuis zijn en dat het huis van de buren op ongeveer 40 stappen afstand ligt.
" [chatnaam medeverdachte 2] " stuurt een afbeelding van de reisplanner 9292 waarin hij zoekt naar treinen die
vertrekken vanaf Amersfoort station. Deze afbeelding is teruggevonden in het technisch
onderzoek van de Nokia telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] . " [Snapchat account verdachte] " vraagt
aan " [chatnaam medeverdachte 2] " of hij een vuurwapen geregeld heeft.
De verbalisant schrijft op dat opvalt dat het huis van aangever omgeven is met bomen en
begroeiing en dat de huizen vrij dicht bij elkaar staan.
Uit een politieverhoor van medeverdachte [medeverdachte 2] blijkt onder meer het volgende:
“We zitten hier omdat jij via je advocaat hebt aangegeven ons in je telefoon een snapchat
account te laten zien van iemand die als dader betrokken is bij de overval waarvan jij wordt
verdacht. Wij hebben je telefoon, een Nokia meegenomen en geven je bij deze gelegenheid
de account te tonen. O: Jij toont ons nu drie namen. Om welke gaat het?
A: het gaat om de onderste twee namen
De eerste is : [Snapchataccount]
De tweede: [Snapchat account verdachte]
V. Wat kun je nog meer over deze persoon zeggen?
A: Ik weet dat [verdachte] (de rechtbank constateert: de voornaam van verdachte) vast zit. Ik weet
geen achternaam van [verdachte] . Ik weet ook niet welke van de twee accounts van [verdachte] is.”
Op de camerabeelden van het appartementencomplex [straat] – destijds de verblijfplaats van medeverdachte [medeverdachte 2] – zijn op 10 februari 2024 tussen 00:49:20 en 00:55:11 uuren tussen 01:20:15 en 01:36:44 uur drie personen te zien.
Op 10 februari 2024 om 4:30 uur heeft de politie, naar aanleiding van een melding van glasgerinkel, op de kruising van de [straat] en de [straat] te Amersfoort verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] aangetroffen.Verdachte was gekleed in een zwarte hoodie, zwarte trainingsbroek, had witte Nike Airforce One schoenen en droeg zwarte handschoenen.
In de aangifte, gedaan door de heer [slachtoffer 1] , mede namens zijn echtgenote [slachtoffer 2] , staat onder meer het volgende vermeld:
"Ik wil aangifte doen van een overval op mijn woning op de [adres] te [woonplaats] . Op 10 februari 2024, omstreeks 1:10 uur, ging ik naar het toilet. Toen ik uit mijn bed stapte stonden er ineens twee grote mannen voor mij in mijn
slaapkamer.. Ik zag dat een van de twee daders iets in zijn hand had. Ik heb niet gezien wat dit was. Beide begonnen op mij in te slaan bij mijn gezicht. Toen zag ik dat ze mijn mobiele telefoon en die van mijn vrouw van de snoeren los maakten en wegrenden de trap af. Ik zag op de grond in mijn slaapkamer een patroonhouder liggen van een wapen. Ik zag dat alle kogels er nog in zaten.
Beide mannen waren helemaal in het zwart gekleed en hadden een bivakmuts op. Ze waren lang. Ik denk ongeveer 1.90 lang. Ze hadden handschoenen aan.Ik heb ook een klap op mijn ribben gehad. Wij zagen dat het keukenraam openstond en dat ze via de keukenraam de woning binnen zijn gekomen. Ze hebben ook mijn laptop van het merk HP weggenomen.”
In de geneeskundige verklaring van de huisarts wordt, met betrekking tot het onderzoek van [slachtoffer 1] op 10 februari 2024, onder meer het volgende vermeld:
uitwendig waargenomen letsel:meerdere blauwe plekken in het gezicht, bloedend wondje linkerwang, dikke bovenlip met schaafwondje
geschatte duur van de genezing:enkele weken.
Uit onderzoek van de plaats delict blijkt onder meer het volgende:
Ik zag het licht branden in de keuken. Ik liep naar het keukenraam toe. Ik zag een
schoenafdruk op de vensterbank. Ik zag dat het keukenraam open stond. Ik zag een
donkergrijze mobiele telefoon, met hoesje, in het gras liggen. Ik zag dat het gras
vochtig was van de dauw en de regen van in middag. Ik zag dat er de telefoon, op een paar druppels na, droog was. Ik zag een glimmend dun plaatje op de stenen liggen.
Bij politieonderzoek is vastgesteld dat de weggenomen laptop is teruggevonden in appartementencomplex [straat] te [woonplaats] en dat aangever deze als zodanig heeft herkend.
Ten aanzien van het onder 2 primair ten laste gelegde.
Verdachte heeft feit 2 primair op 3 december 2024 ter zitting bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit.
De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 3 december 2024;
- een proces-verbaal van aangifte van 23 februari 2024, genummerd PL0600-2024086185-2, opgemaakt door de politie Oost-Nederland, pagina 406 tot en met 407;
- een proces-verbaal van doorzoeking van 13 maart 2024, genummerd 20240313.943, opgemaakt door de politie Oost-Nederland, pagina 187.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
Medeplegen
Verdachte heeft bekend dat hij bij de woningoverval op de uitkijk heeft gestaan. Omdat “het op de uitkijk staan” in de regel medeplichtigheid (en geen medeplegen) met zich brengt, heeft de raadsman vrijspraak bepleit. De rechtbank overweegt daarover als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard wanneer is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook wanneer het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Met betrekking tot de betrokkenheid van verdachte bij het tenlastegelegde feit leidt de rechtbank uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting het volgende af.
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat het Snapchat account ‘ [Snapchat account verdachte] ’ niet van hem is maar dat vindt de rechtbank niet aannemelijk. Uit een politieverhoor van medeverdachte [medeverdachte 2] blijkt dat verdachte aan het gesprek via Snapchat heeft deelgenomen. Bij het gesprek was weliswaar ook een persoon met het account ‘ [Snapchataccount] ’ betrokken, maar de rechtbank leidt uit de inhoud van zijn berichten af dat deze persoon niet fysiek bij de woningoverval aanwezig is geweest. ‘ [Snapchataccount] ’ vraagt namelijk om ‘een bericht als het is gelukt’ en wil weten ‘hoe laat hij ze moet laten ophalen’. Ook stuurt deze persoon “K bel je morgen om 6. Veilig boys.” Nu verdachte heeft verklaard dat hij bij de woningoverval ter plaatse is geweest, is de rechtbank van oordeel dat verdachte degene is die van het account ‘ [Snapchat account verdachte] ’ gebruik heeft gemaakt in het Snapchat gesprek.
Uit de inhoud van de berichten op Snapchat blijkt dat verdachte op de hoogte was van de verkenning en voorbereiding van de locatie van de woningoverval. Er wordt informatie uitgewisseld hoe de buurt eruit ziet en er wordt een filmpje gedeeld. Verdachte is met de trein van [plaats] naar Amersfoort gereisd en er werd informatie uitgewisseld hoe en wanneer verdachte met de trein vanuit Amersfoort weer weg kon komen.
Ook is van belang dat verdachte in het gesprek op Snapchat heeft geïnformeerd of er een pistool geregeld is. De rechtbank leidt daaruit af hij op de hoogte was dat er een pistool werd meegenomen bij de woninginbraak en verdachte er dus ook rekening mee hield dat er geweld kon worden gebruikt.
Verder neemt de rechtbank in aanmerking dat uit de beelden in het appartementencomplex [straat] blijkt dat verdachte en de medeverdachte(n) in de nacht van 10 februari 2024 kort vóór de woningoverval samen zijn geweest op een plaats die slechts op enkele honderden meters afstand ligt van de plaats delict (pagina 216). Ook na de woningoverval is verdachte niet direct met de trein terug naar [plaats] gereisd. Hij is met medeverdachte [medeverdachte 2] opnieuw te zien op de camerabeelden in het appartementencomplex [straat] . Ook heeft verdachte de gestolen laptop bekeken en aangeraakt, welke laptop later in het appartementencomplex is teruggevonden. Vervolgens zijn verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] om 4:30 uur van die nacht in de buurt van de [straat] en de [straat] gezien en door de politie, waarbij verdachte in het zwart gekleed was en ook zwarte handschoenen droeg. Ten slotte blijkt uit het verhoor van verdachte dat hij geld zou krijgen. Dat duidt er naar het oordeel van de rechtbank op dat er afspraken waren gemaakt over het verdelen van de opbrengst van de woningoverval.
Op grond van het voorgaande, in onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte(n) is komen vast te staan. Hoewel de rechtbank op grond van de bewijsmiddelen niet anders bewezen acht dan dat verdachte tijdens de uitvoering van het strafbare feit op de uitkijk heeft gestaan, heeft verdachte een bijdrage geleverd die meer is dan het alleen op de uitkijk staan. Zowel voor als na de uitvoering van het strafbare feit was verdachte betrokken bij het plan voor het inbreken in de woning, waarbij door het meebrengen van een pistool geweld kon worden gebruikt. De bijdrage van verdachte aan het tenlastegelegde is van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen.
Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen en daarmee feit 1 bewezen.