Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 2 december 2024 in de zaak tussen
Utrechtse Bomenstichting,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht
[derde belanghebbende] B.V.uit [vestigingsplaats] , vergunninghouder
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 december 2024 uitspraak gedaan over de omgevingsvergunning die is verleend voor het evenement '[naam 1]', dat op 17 en 18 juni 2023 heeft plaatsgevonden in Utrecht. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders voldoende heeft gemotiveerd dat de vergunning niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. De late aanvraag en vergunningverlening zijn geen reden om de vergunning te weigeren, en het college heeft de betrokken belangen adequaat in kaart gebracht. Het beroep van de eisers, de Utrechtse Bomenstichting en de Utrechtse stichting tegen Geluidsoverlast, is ongegrond verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers procesbelang hebben, maar dat de vergunningverlening rechtmatig was. De rechtbank heeft ook de argumenten van eisers over geluidsoverlast en de belangenafweging van het college beoordeeld, en geconcludeerd dat het college in redelijkheid tot vergunningverlening heeft kunnen besluiten. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eisers verworpen en de omgevingsvergunning in stand gelaten.