In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen een definitieve beschikking inzake compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 18 december 2023. De rechtbank heeft op 29 november 2024 uitspraak gedaan. Eiseres heeft op 22 juli 2024 beroep ingesteld, nadat verweerder in gebreke was gesteld. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en verklaart het beroep gegrond. Verweerder wordt opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. De rechtbank stelt een dwangsom vast van € 50,- per dag voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft verzocht om de dwangsom vast te stellen, en de rechtbank komt tot de conclusie dat de dwangsom op € 1.442,- moet worden vastgesteld, omdat er al 42 dagen zijn verstreken sinds de ingebrekestelling. Daarnaast wordt verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 437,50, en het griffierecht van € 51,- moet aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.